(a) elk werk dat gewoonlijk wordt vereist van iemand die is gedetineerd overeenkomstig de bepalingen van artikel5 van dit Verdrag, of gedurende zijn voorwaardelijke invrijheidstelling;
(b) elke dienst van militaire aard of, in het geval van gewetensbezwaarden in landen waarin hun gewetensbezwaren worden erkend, diensten die gevorderd worden in plaats van de verplichte militaire dienst;
(c) elke dienst die wordt gevorderd in het geval van een noodtoestand of ramp die het leven of het welzijn van de gemeenschap bedreigt;
(d) elk werk of elke dienst die deel uitmaakt van normale burgerplichten.[1]
Dwangarbeid in de geschiedenis
Nazi-Duitsland
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden in Nazi-Duitsland op grote schaal burgers uit bezette gebieden tot dwangarbeid gedwongen. Via de Arbeitseinsatz werden mensen gedwongen ingezet om de productie in Duitsland in landbouw en industrie op peil te houden toen een groot deel van de mannelijke bevolking van Duitsland werd ingezet als militair.
Nederland
Ook in Nederland werden in de Tweede Wereldoorlog mensen tot dwangarbeid gedwongen. Arbeiders werden geronseld door arbeidsbureaus die de mensen op straffe van intrekken van de uitkering, in Duitsland vrijwillig lieten werken. Een brief van 25 juni 1940 van het Ministerie van Sociale Zaken aan de gemeentebesturen liet het volgende weten:
Het weigeren van werk in Duitsland heeft tot gevolg stopzetting van ondersteuning van plaatsing bij de werkverschaffing of van uitkering uit de werklozenkas.
Op 28 februari 1941 vaardigde de Nederlandse Rijkscommissaris Seyss-Inquart een verordening uit die de tewerkstelling van dwangarbeiders voor de Duitse oorlogsindustrie definitief regelde. Tussen 1939 en 1945 zijn 631.000 Nederlanders tewerkgesteld in Duitsland en in door Duitsers bezet gebied.
De grootste massale ronselactie van de Duitse bezetter vond plaats op 10 en 11 november 1944 in Rotterdam.[2] Er werden 50.000 mannen onder bedreiging van geweld huis aan huis opgehaald. Bij verzet werd onder andere gedreigd huizen in brand te steken, hetgeen een enkele keer werd uitgevoerd. Bij de actie, waarbij 6000 Duitse militairen werden ingezet, werd ongeveer 80% van alle in Rotterdam aanwezige mannen opgepakt. De afvoer naar Duitsland werd uitgevoerd in afgesloten goederenwagons, rijnaken of te voet. De actie in Rotterdam was de laatste grootschalige operatie. Het aantal opgehaalde mannen in de volgende steden, waaronder Delft, was beperkt doordat de bevolking van het drama in Rotterdam had gehoord en veel mannen tijdig betere schuilplaatsen konden maken of elders konden onderduiken.
Hiermee mislukte het plan van de Duitse bezetter om alle resterende aanwezige mannen in het bezette gebied van Zuid-Holland en Utrecht af te voeren naar Duitsland. Het plan werd ingegeven door de angst van de Duitse bezetter om bij het naderen van de Britse troepen in de rug te worden verrast door gewapende verzetsacties. René J. Versluis heeft de razzia en de hierop volgende dwangarbeid beschreven in het boek In de Voetsporen van een Dwangarbeider, dat is gebaseerd op een oorlogsdagboek van zijn vader.[3]
Voornamelijk in de eerste helft van de 20e eeuw werden in de Sovjet-Unie miljoenen burgers tot dwangarbeid gedwongen. Hele volken werden gedeporteerd en ingezet bij grote projecten als het Witte Zeekanaal. Grote werkkampen (Goelags) waren er bij Magnitogorsk, Vorkoeta en in de beruchte regio Kolyma. Vele miljoenen kwamen hierbij om het leven; bij de aanleg van het Witte Zeekanaal alleen al ongeveer 100.000 mensen.
Cambodja
Tijdens het bewind van de Rode Khmer onder Pol Pot in 1975-1979 werden Cambodjanen uit de steden naar werkkampen op het platteland gedeporteerd. Velen stierven hier door dwangarbeid, martelingen en executies. Het precieze aantal hiervan is niet bekend, mogelijk betreft het enkele miljoenen.[5]
In België stond dwangarbeid tot 1996 in het strafwetboek en het militaire recht vermeld en werd ook toegepast. In dat jaar werd het samen met de doodstraf afgeschaft en vervangen door opsluiting van tien tot vijftien jaar, levenslange dwangarbeid werd vervangen door opsluiting van twintig tot dertig jaar.