De voorouders van de Peranakan-Chinezen kwamen als eerste aan in wat nu Indonesië is. Ze werkten in de handel. Rond het jaar 1700 kwamen veel Chinezen werken op de VOC-plantages. Ze waren hun vaderland ontvlucht wegens armoede en hongersnood.
Op 9 oktober 1740 werden 5.000 tot 10.000 Chinezen in Batavia vermoord tijdens het bestuur van Adriaan Valckenier. Een priester zei dat het de wil van God was. De rivier Kali Angke heeft volgens sommigen zijn naam te wijten aan het feit dat de rivier die 9 oktober helemaal rood was door het bloed van de gedode Chinezen. Het gebeuren staat in de Nederlandse geschiedenis bekend als de Chinezenmoord.
In de jaren 1970 kwam een tweede stroom van Chinese Indonesiërs naar Nederland vanwege rassenconflicten tussen Chinese en autochtone Indonesiërs. Veel Chinese vrouwen in Indonesië werden uit hun huizen gesleurd en verkracht door racistische Indonesiërs. Chinese mannen werden geslagen en hun bezittingen werden ontnomen. Sommige Chinese wijken gingen in vlammen op en bijna alle reclameborden in het Chinees werden kapotgemaakt. Veel Chinese Indonesiërs veranderden hun Chinese achternaam in een Indonesische achternaam om te voorkomen dat mensen ontdekten dat ze Chinees waren. Het aannemen van een Chinees-Indonesische achternaam werd door de overheid zelfs verplicht. De laatste anti-Chinese rellen waren in 1998.
Chinese invloed op de Indonesische keuken
In de loop van de eeuwen heeft de Indonesische keuken diverse invloeden van buitenaf ondergaan. De Chinese invloed is ontstaan door het uitwaaieren van grote aantallen Chinezen naar de Indonesische archipel. De Chinezen zijn een opvallend element in de Indonesische bevolking. Ze maken hier al eeuwen deel van uit. Het is dan ook niet vreemd dat de Indonesische keuken beïnvloed is door de Chinese keuken.
Jiaxiang
De meeste Chinezen in Indonesië komen oorspronkelijk uit het zuiden en zuidoosten van Volksrepubliek China. Veelvoorkomende jiaxiang van Chinezen in Indonesië zijn: