Cassiodorus

Cassiodorus
Flavius Magnus Aurelius Cassiodorus
Flavius Magnus Aurelius Cassiodorus
Algemene informatie
Volledige naam Flavius Magnus Aurelius Cassiodorus Senator
Geboren ca. 480/485
Geboorte­plaats Scylaceum (Calabrië)
Overleden na 580
Overlijdensplaats klooster Vivarium bij Scylaceum
Land Romeinse Rijk
Beroep staatsman en schrijver
Werk
Bekende werken Variarum libri XII, Historia Gothorum, Getica
Portaal  Portaalicoon   Literatuur
Romeinse Rijk

Flavius Magnus Aurelius Cassiodorus Senator[1] (Scylaceum (Calabrië), ca. 480/485 n.Chr - klooster Vivarium bij Scylaceum, na 580), gewoonlijk bekend als Cassiodorus, was een Romeins staatsman en schrijver.

Leven

Onder de koning van de Ostrogothen Theodorik de Grote en zijn opvolgers, bekleedde Cassiodorus verscheidene gewichtige staatsbetrekkingen, in het bijzonder die van eerste minister (praefectus praetorio) en secretaris van staat (rechtsgeleerde en secretaris).[2]

Toen hij zich in 539 in het door hem gestichte klooster Vivarium had teruggetrokken (nu grondgebied Squillace in Calabrië), hield hij zich hier deels met theologische studiën bezig, deels wijdde hij zich aan de bewaring en verbreiding van wetenschappelijke kennis (bewaren, vertalen, emenderen en kopiëren van oude geschriften). Traditioneel wordt dit uitgelegd als de onderneming van iemand die in turbulente tijden het einde van de klassieke cultuur zag naderen en besloten had om te redden wat er te redden viel. Nader onderzoek wees uit dat hij profane teksten enkel in zijn bibliotheek opnam voor zover ze nuttig waren om de heilige schrift beter te begrijpen. Daarbij liet Cassiodorus zich leiden door een augustijns programma.

Hij stierf hier vermoedelijk kort na 580, rond de 100 jaar oud.

Werken

Zijn Variarum libri XII (Variae), eigenlijk een verzameling van bestuursverordeningen en staatsstukken, naast enige officiële brieven, zijn zeer belangrijk voor onze kennis van de binnenlandse geschiedenis van die tijd. Van zijn Historia Gothorum hebben wij slechts een uittreksel door Jordanes in diens Getica, het bestaat voor een groot deel uit mythen en verzinsels.[3]

Van zijn hand zijn:

  • Chronica
  • De orthographia
  • Expositio in psalterium
  • Complexiones in epistolis apostolorum et actibus eorum et apocalypsi
  • Historia ecclesiastica tripartita
  • Historia Gothorum, overgeleverd als samenvatting in de Getica
  • Institutiones Divinarum et Saecularium Litterarum (ca. 543-555) in twee boeken: het eerste over theologie; het tweede over de zeven kunsten. Wordt hét model voor opvoeding in de volgende eeuwen. Volgens Cassiodorus moeten de christelijke en de profane wetenschappen samengaan.
  • Variae