Carel Oberstadt
|
|
Oberstadt in 1923
|
Algemene informatie
|
Volledige naam
|
Carolus Detmar Oberstadt
|
Geboren
|
23 juni 1871
|
Geboorteplaats
|
Tilburg
|
Overleden
|
17 oktober 1940
|
Land
|
Nederland
|
Werk
|
Instrument(en)
|
piano
|
|
Carolus Detmar (Carel) Oberstadt (Tilburg, 23 juni 1871 - Den Haag, 17 oktober 1940) was een Nederlands componist en pianist.
Hij was zoon van ingenieur bij de spoorwegen Ferdinand Oberstadt en Maria Paxmann. Oberstadt was een van zes kinderen uit een muzikaal gezin, alle kinderen studeerden af aan het conservatorium. Max Oberstadt werd violist, Walter Oberstadt kortstondig cellist. Hijzelf was getrouwd met kunstenaar Anna Clara Kranenburg, die goede kennis had van Frans en de tekst zou leveren voor zijn (tijdelijke) succes Le Poilu.[1] Hij was ridder in de Orde van Oranje Nassau. Hij werd begraven op Nieuw Eykenduynen. Zoon Ferdinand Maria Oberstadt werd ingenieur en huwde Anna Hester Witsen Elias, zuster van actrice Claudine Witsen Elias.
Reeds als jongeling kreeg hij muzieklessen van J.J. Krever in Tilburg. Wanneer Oberstadt bij Hubert-Ferdinand Kufferath in Brussel (Kufferath was er professor aan het conservatorium) logeert, hoort Clara Schumann hem spelen. Schumann nam hem mee om piano en compositie te studeren aan Dr. Hoch's Konservatorium in Frankfurt am Main, alwaar zij hem les gaf in piano. Andere docenten waren Iwan Knorr en Bernard Scholz. Er kwam een vervolgstudie aan de Königliche Akademische Hochschule für ausübende Tonkunst in Berlijn bij Woldemar Bargiel en Ernst Rudorf. Oberstadt vestigde zich enige tijd in Bremen, maar was in 1894 Nederland toen hij pianolessen begon te geven aan de Koninklijke Muziekschool in Den Haag; een functie die hij in 1937 neerlegde, al keerde hij in 1939 kortstondig terug tijdens de mobilisatie in verband met de Tweede Wereldoorlog.
Als pianist gaf hij concerten in Nederland, België en Duitsland. Carel Oberstadt soleerde eenmaal bij het Concertgebouworkest. Richard Hol leidde op 16 maart 1898 solist en orkest door het vierde pianoconcert van Anton Rubinstein.
Zijn oeuvre, vrijwel alles alleen in manuscript, bestaat voor een belangrijk deel uit kamermuziek. Echter enkele werken wisten een officiële muziekuitgeverij te vinden, zo werd zijn Cellosonate bij Breitkopf & Härtel. Hij schreef ook werken voor symfonieorkest, waaronder symfonieën, een celloconcert in d-mineur en het orkestwerk Dolce far niente, dat pas in 2006 in de Utrechtse Geertekerk in wereldpremière ging.
Carel Oberstadt speelde in het "Hollandsch Kwintet" samen met Henri Hack (eerste viool), Jac vd Burg (tweede viool), Frans Vink (altviool) en Charles van Isterdael (violoncel). De leden van dit pianokwintet traden ook op in andere samenstelling en heetten dan "Haagsch Toonkunst Kwartet", "Haagsch Trio" of "Haagsch Kwartet". Het maakte concertreizen door Spanje en Portugal.
Het persoonlijk archief van Carl Detmar Oberstadt is terug te vinden in het Nederlands Muziek Instituut.
Bronnen, noten en/of referenties
- J.H. Letzer: Muzikaal Nederland 1850-1910. Bio-bibliographisch woordenboek van Nederlandsche toonkunstenaars en toonkunstenaressen - Alsmede van schrijvers en schrijfsters op muziek-literarisch gebied, 2. uitgaaf met aanvullingen en verbeteringen. Utrecht: J. L. Beijers, 1913, pagina 128
- Onze Musici (1911), Nijgh & Van Ditmar, pagina 160
- Geïllustreerd muzieklexicon, onder redactie van Mr. G. Keller en Philip Kruseman, medewerking van Sem Dresden, Wouter Hutschenruijter (1859-1943), Willem Landré, Alexander Voormolen en Henri Zagwijn; uitgegeven in 1932/1949 bij J. Philips Kruseman, Den Haag; pagina 510
- Jozef Robijns, Miep Zijlstra: Algemene muziek encyclopedie, Haarlem: De Haan, 1979-1984, ISBN 978-90-228-4930-9, deel 7, pagina 230
- (en) Fanny Mojet : Carl Oberstadt (1871-1940). Dutch pianist and composer, in Tijdschrift van de Koninklijke Vereniging voor Nederlandse Muziekgeschiedenis, deel LXIX, 2019, p. 121-133.
- Archieven C.D. Oberstadt, Nederlands Muziekinstituut
- Het Volk, 19 oktober 1940, In memoriam Carl Oberstadt
- ↑ Anna Clara Kranenburg (Groningen, 16 oktober 1876-Den Haag, 21 januari 1950) was tekenares/schilders opgeleid aan de Akademie van beeldende kunsten in Den Haag