Het is een vaste brug alleen bestemd voor voetgangers, die vanaf de (parkeerplaats aan de) De Duizenmeterweg een slingerend pad in een bosachtige strook inlopen tussen genoemde weg en de Bosbaan. Daar waar brug 525 en brug 527 relatief grote betonnen bruggen zijn, was brugnummer 526 bestemd voor een klein houten bruggetje.
Culturele waarde
In 1999 werden alle bruggen in het Amsterdamse Bos door MTD Landschapsarchitecten in opdracht van de gemeente onderzocht op hun cultureel belang. Zij constateerden voor brug 526 dat het voor het bos een waardevolle brug was vanwege:
een overhoeks zicht op het wandelpad
eenheid in houten dek en leuningen
karakteristieke houtverbindingen.
Minpunten vonden ze de onopvallende ligging vanwege de bruine kleur die de brug toen had. Toch vonden ze een waardevol exemplaar binnen het oeuvre van Kramer in het bos.
Amstelveen benoemde in 2003 de bruggen 525 en 527 tot gemeentelijk monument, maar passeerde deze brug. De brug die er in 2022 lijkt een vernieuwd exemplaar, nog steeds grotendeels van hout gebouwd. Houten liggers gesteund door een betonnen brugpijler een houten loopdek. Aan de liggers zijn zwarte houten balusters geplaatst die naar boven verjongen. Het geheel wordt afgesloten met witte leuning die aan beide einden afgerond zijn.
Sebas Baggelaar, Pim van Schaik, Piet Kramer, Bruggenbouwer van de Amsterdamse School, 2016, ISBN 9789079156313 kent de brug niet
Wim de Boer en Peter Evers: Amsterdamse bruggen 1910-1950, Een uitgave van de Amsterdamse Raad voor de Stedebouw in 1983 ISBN 90-70665-02-6 kent hem wel
Frank V. Smit, Bruggen in Amsterdam, 2008, Uitgeverij Matrijs