Boudewijn werd al snel een van de invloedrijkste vorsten in Duitsland en beïnvloedde in 1308 de verkiezing van zijn broer Hendrik VII tot Rooms-Duits koning. Van 1310 tot 1313 begeleidde Boudewijn zijn broer Hendrik bij diens reis naar Italië, waar Hendrik VII op 29 juni 1312 in Rome tot keizer van het Heilige Roomse Rijk werd gekroond. Bij de verkiezing van de Rooms-Duitse koning na de vroege dood van zijn broer Hendrik VII in 1313, steunde Boudewijn de kandidatuur van hertog Lodewijk IV van Beieren. In 1346 liet hij zijn steun aan Lodewijk IV vallen en koos hij de zijde van zijn achterneef Karel IV, waarmee hij de belangrijkste bondgenoot van Karel was in het westen van het Heilige Roomse Rijk.
Tussen 1324 en 1326 was Boudewijn een van de vier vorsten die betrokken was in de Vier Vorstenoorlog tegen de stad Metz. In 1328 werd hij door gravin Loretta van Sponheim, met wie hij een territoriaal conflict had, gevangengezet in het kasteel van Starkenburg en hij werd pas vrijgelaten na het betalen van een hoge som losgeld en na enkele territoriale concessies te hebben gedaan.
Hetzelfde jaar werd Boudewijn door de kathedraalkapittel naar voor geschoven als kandidaat voor het vacante aartsbisdom Mainz, maar de paus benoemde Hendrik III van Virneburg tot de nieuwe aartsbisschop van Mainz. Boudewijn bleef echter het aartsbisdom Mainz regeren tot het zogenaamde Schisma van Mainz in 1336 werd beëindigd door de pauselijke curie in Avignon. Van 1331 tot 1337 oefende Boudewijn ook de controle uit over de prinsbisdommen Worms en Spiers.
Net als de meeste middeleeuwse bisschoppen was Boudewijn de beschermheer van zijn ambtszetel. Zo liet hij de Balduinbrücke bouwen in Koblenz en liet hij de oude Romeinse brug in Trier repareren. Ook hervormde hij de administratie van het aartsbisdom Trier en liet hij voortaan officiële documenten bewaren. Hij liet tevens veel kopieën maken en vier gekopieerde manuscripten van de archieven van het aartsbisdom bevinden zich in de belangrijkste nationale archieven in Koblenz. Hij streefde er bovendien naar om de gevarieerde regio's van zijn aartsbisdom te verbinden en hij deinsde er niet voor terug om hiervoor militaire methodes te gebruiken.
In 1354 stierf Boudewijn in een kloostercel in het lokale klooster van Trier. Hij werd bijgezet in de westelijke vleugel van de Dom van Trier.
Voorouders
Voorouders van Boudewijn van Luxemburg (1285-1354)