De Azhdarchoidea zijn een groep uitgestorven pterosauriërs behorend tot de Pterodactyloidea.
In 1995 benoemde David Unwin een klade Azhdarchoidea. In 2003 gaf hij een definitie: de groep bestaande uit de laatste gemeenschappelijke voorouder van Tapejara wellnhoferi en Quetzalcoatlus northropi, en al zijn afstammelingen. Als synapomorfieën, gedeelde nieuwe eigenschappen, gaf hij slechts deze ene: de oogkas steekt sterk uit onder de achterste rand van de fenestra nasoantorbitalis, de vervloeiing van het neusgaten en de fenestra antorbitalis.
Volgens Unwin maken de Azhdarchoidea samen met de Ctenochasmatoidea en de Dsungaripteroidea deel uit van de Lophocratia. Tot de Azhdarchoidea behoren de Azhdarchidae en soorten als Tapejara en Tupuxuara.
In hetzelfde jaar bevestigde Alexander Kellner Unwins definitie en voegde er nog een synapomorfie aan toe: het tweede kootje van de vierde vinger (de vleugelvinger) is meer dan een derde kleiner dan het eerste kootje. Binnen Kellners kladistische analyse zijn de Azhdarchoidea feitelijk, maar niet per definitie, opgedeeld in de Azhdarchidae en de Tapejaridae en zijn ze de zustergroep van de Dsungaripteridae binnen de Tapejaroidea.
Stamboom
Een mogelijke stamboom wordt gegeven door dit kladogram naar Unwin (2008):
Bronnen, noten en/of referenties
Literatuur
- Junchang Lü, David M. Unwin, Li Xu en Xingliao Zhang, 2008, "A new azhdarchoid pterosaur from the Lower Cretaceous of China and its implications for pterosaur phylogeny and evolution", Naturwissenschaften, DOI: 10.1007/s00114-008-0397-5