Antoine Le Moiturier leerde het vak van zijn oom Jacques Morel en werkte met hem aan het grafmonument van Charles I, hertog van Bourbon, in Souvigny (Allier, Frankrijk). In 1461 werd hij aangesteld door Jaques Oboli om een hoofdretabel voor de Saint-Pierre in Avignon te maken. Het is zijn grootste werk, maar er zijn slecht fragmenten van bewaard gebleven. In 1461 mag hij de graftombe van de hertog van Bourgondië, Jan zonder Vrees, in het Kartuizerklooster Champmol in Dijon afmaken, een taak waarin Claus van de Werve en Juan de la Huerta hem voorgingen. Hij werkte daar aan een aantal pleuranten (rouwende figuren), de liggende grafbeelden en de leeuwen aan de voeteinden. Rond 1475 schiep hij een stenen beeld van Thomas de Plaine, raadsman van de hertog van Bourgondië, voor de Jakobijnenkerk in Poligny in de Jura, nu in de collectie van het Louvre.