Adolf volgde in 1388 zijn schoonvader graaf Gerhard VII van Diez op als graaf van Diez.[1]Rooms-koningWenceslaus beleende Adolf met het graafschap.[5] De titel graaf van Diez wordt nog altijd gevoerd door zowel de koning der Nederlanden als de groothertog van Luxemburg.
In 1416 overleed Adolfs vader, vermoedelijk 77 jaar oud. Met een regeerperiode van 54 jaar was hij een van de langst regerende vorsten uit de middeleeuwen. Hij werd opgevolgd door Adolf en zijn broers Johan II ‘met de Helm’, Engelbrecht I en Johan III ‘de Jongere’. De broers regeerden het graafschap Nassau-Siegen gezamenlijk.[1] Ze waren al in 1409 een gezamenlijke voortzetting van de regering overeengekomen.[7] Gezamenlijk kochten de broers de andere helft van Siegen terug van het aartsbisdom Keulen.[1][noot 2]
Adolf overleed op 12 juni 1420. Hij werd als graaf van Diez opgevolgd door zijn schoonzoon Godfried VII van Eppstein-Münzenberg in de ene helft en door zijn broers in de andere helft. Zijn broers volgden Adolf ook op als graaf van Nassau-Siegen en graaf van Vianden, waarbij ze het graafschap Nassau-Siegen verdeelden.[1]
(de) Becker, E. (1983). Schloss und Stadt Dillenburg. Ein Gang durch ihre Geschichte in Mittelalter und Neuzeit. Zur Gedenkfeier aus Anlaß der Verleihung der Stadtrechte am 20. September 1344 herausgegeben, Neuauflage. Der Magistrat der Stadt Dillenburg, Dillenburg [1950].
Dek, A.W.E. (1970). Genealogie van het Vorstenhuis Nassau. Europese Bibliotheek, Zaltbommel.
(fr) Huberty, Michel, Giraud, Alain; Magdelaine, F. & B. (1981). l’Allemagne Dynastique. Tome III: Brunswick-Nassau-Schwarzbourg. Alain Giraud, Le Perreux.
(de) Lück, Alfred (1981). Siegerland und Nederland, 2. Auflage. Siegerländer Heimatverein e.V., Siegen [1967].
Venne, J.M. van de, Stols, Alexander A.M. (1937). Geslachts-Register van het Vorstenhuis Nassau. A.A.M. Stols’ Uitgevers-Maatschappij, Maastricht.
Vorsterman van Oyen, A.A. (1882). Het Vorstenhuis Oranje-Nassau. Van de vroegste tijden tot heden. A.W. Sijthoff en J.L. Beijers, Leiden en Utrecht.
Voetnoten
↑Het graafschap Nassau-Siegen wordt in veel Nederlandstalige bronnen ten onrechte Nassau-Dillenburg genoemd. Het graafschap was niet genoemd naar het kleine, onbelangrijke, stadje Dillenburg, waar toentertijd zelfs nog geen kerk stond, maar naar de, voor die tijd, grote stad Siegen, het economische zwaartepunt van het graafschap, en de belangrijkste residentie van de graven. Zie o.a. Lück (1981). Het blijkt ook uit de nummering van de regerende graven met de naam Johan. Eén Johan zonder nummering die heerste over Nassau-Dillenburg in de periode 1303–1328, en acht graven met de naam Johan die in de periode 1362–1638 regeerden over Nassau-Siegen.
↑Volgens Lück (1981), p. 23 kocht hun vader dat reeds in 1381.