Graaf Yves Du Monceau was de enige zoon van graaf Jean Du Monceau (1890-1966) en van Yvonne Crets. Hij trouwde met Raymonde Vaxelaire (1925), mede-erfgename van de winkelketen Au Bon Marché. Ze kregen twee zoons en twee dochters, waaronder Diego Du Monceau de Bergendal.
Na een korte periode te hebben gewerkt in de Belgische multinational Sofina, werd hij als bedrijfsleider actief in de familieonderneming van zijn vrouw en werkte mee aan de ontwikkeling ervan in België en in Belgisch-Congo. Hij was ook mee verantwoordelijk voor de fusies met Innovation en Grand Bazar, tot aan de oprichting van de GIB Group, waarvan hij ondervoorzitter was.
Ook was hij actief in de nationale politiek. Van 1971 tot 1974 en van 1977 tot 1978 zetelde hij in de Senaat als rechtstreeks gekozen senator voor het arrondissement Nijvel en daarna was hij van 1978 tot 1985 provinciaal senator voor Brabant. Van 1985 tot 1987 zetelde Du Monceau voor het arrondissement Nijvel in de Kamer van volksvertegenwoordigers. Door de toen bestaande dubbelmandaten was Du Monceau de Bergendal van 1971 tot 1974 en van 1977 tot 1980 ook in de Cultuurraad voor de Franse Cultuurgemeenschap en van 1980 tot 1981 en van 1985 tot 1987 lid van de Waalse Gewestraad en de Franse Gemeenschapsraad. Overtuigd van het bestaan van een Waals-Brabantse identiteit, was hij in 1973 een van de eerste parlementsleden die een wetsvoorstel indiende om de latere provincie Waals-Brabant op te richten.
Du Monceau beëindigde zijn politieke carrière als provincieraadslid van Brabant, een functie die hij bekleedde tot in 1994. Hij behoorde daarmee tot de laatste provincieraadsleden van deze provincie voor de splitsing ervan in Vlaams- en Waals-Brabant.