Het World Happiness Report (“Wereldgeluksrapport”) wordt sedert 2012[1] jaarlijks door de VN uitgegeven op 20 maart, ter gelegenheid van de Internationale Dag van het Geluk. Het rapport omvat een lijst die aangeeft hoe gelukkig de gemiddelde inwoner van (de meeste) landen van de wereld is. Het puntentotaal per land is de som van scores voor welvaart, sociale verbondenheid, levensverwachting en keuzevrijheid van de burgers.
Het Wereldgeluksrapport wordt opgesteld door een groep onafhankelijke deskundigen, en de bevindingen ervan weerspiegelen niet noodzakelijkerwijs die van de Verenigde Naties zelf.[2]
Geschiedenis
In juli 2011 nam de Algemene Vergadering van de VN resolutie 65/309[3] aan, waarin de lidstaten worden uitgenodigd het geluk van hun bevolking te meten en de gegevens te gebruiken om het overheidsbeleid te sturen. In april 2012 volgde dan het eerste World Happiness Report, naar aanleiding van een VN-bijeenkomst op hoog niveau, voorgezeten door toenmalig VN-secretaris-generaal Ban Ki-moon en premier Jigme Thinley van Bhutan, pionier van het bruto nationaal geluk in plaats van het bruto binnenlands product als belangrijkste ontwikkelingsindicator.
Jaarrapporten
World Happiness Report 2023
De inwoners van Finland, Denemarken, IJsland, Israël, Nederland, Zweden, Zwitserland, Luxemburg en Nieuw-Zeeland eindigden in de top 10. De Verenigde Staten stonden op 15, België (opnieuw) op plaats 17. De minst gelukkige resultaten kwamen uit Amerika en Europa stond dit jaar op nummer 70, Oekraïne op 92.[4]
World Happiness Report 2020
Finland staat in 2020 bovenaan en Afghanistan staat onderaan de lijst met 153 landen. (Er zijn 196 internationaal erkende onafhankelijke staten.) Nederland daalde ten opzichte van 2019 een plaats en staat in 2020 op de zesde plaats. Ongeveer 40 landen komen niet op de lijst voor.
Finland staat in 2019 bovenaan en Zuid-Soedan staat onder aan de lijst met 156 landen. (Er zijn 196 internationaal erkende onafhankelijke staten.) Nederland steeg ten opzichte van 2018 een plaats en staat in 2019 op de vijfde plaats, de hoogste plaats die het land in de lijst tot heden ooit haalde. België is twee plaatsen gezakt op de lijst ten opzichte van de resultaten van 2018 en staat in 2019 op de 18e plaats. Ongeveer 40 landen komen niet op de lijst voor.
De ranglijsten zijn gebaseerd op een onderzoek volgens de “Cantril-ladder”[5] dat wereldwijd wordt uitgevoerd door het opiniebedrijf Gallup. Aan nationaal representatieve steekproeven van respondenten wordt gevraagd hun eigen huidige leven te beoordelen op een “ladder” van 0 (slechtst) tot 10 (best).[6] Het rapport correleert de resultaten van de eigen levensevaluatie met verschillende levensfactoren, op basis van de onderzoeksliteratuur. Bepaalde variabelen, zoals werkloosheid of ongelijkheid, worden echter niet in aanmerking genomen omdat nog niet voor alle landen vergelijkbare gegevens beschikbaar zijn. De gebruikte variabelen illustreren dan ook eerder correlaties dan causale verbanden.[6]
Het gebruik van subjectieve metingen van welzijn is bedoeld als een bottom-up benadering die respondenten emancipeert om hun eigen welzijn te evalueren.[7]
In de rapporten verantwoorden deskundigen op gebieden als economie, psychologie, enquête-analyse en nationale statistieken, hoe welzijnsmetingen effectief kunnen worden gebruikt om de maatschappelijke vooruitgang te beoordelen. De publicaties omvatten ook hoofdstukken over mentale gezondheid, de objectieve voordelen van geluk en welzijn, en het belang van ethiek. Verder worden beleidsimplicaties besproken, met verwijzing naar de aanpak van het Welzijnscentrum van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO)[8] en andere internationale en nationale inspanningen.
Kritiek
Critici wijzen op het risico van “positieve psychologie”, en betwijfelen het wetenschappelijk karakter ervan. Geluk is volgens hen geen onderzoeksobject dat je op een universele, neutrale en waardevrije manier kan behandelen.[9] Er blijkt ook een verschil tussen welzijnsevaluaties en hoe mensen hun welzijn dagelijks ervaren. Daarnaast is gewezen op de inconsistenties in de resultaten van verschillende geluksmetingen.[10][11] Anderen wijzen erop dat de in het World Happiness Report gebruikte variabelen meer geschikt zijn om geluk op nationaal dan op individueel niveau te meten.[12]
Het gebruik door het World Happiness Report van een enkelvoudige indicator voor subjectief welzijn verschilt fundamenteel van meer traditionele indexbenaderingen die meerdere indicatoren gebruiken, en daardoor de voorkeur genieten van sommige wetenschappers:[13] de VN-Index van de menselijke ontwikkeling, de Happy Planet Index, de OESO Better Life Index van 2011,[14] of de Social Progress Index van 2013.[15]