U 13 16 december 1939 – 28 december 1939 U 9 30 december 1939 – 10 juni 1940 U 138 27 juni 1940 – 20 oktober 1940 U 43 21 oktober 1940 – 11 april 1942 U 181 9 mei 1942 – 31 oktober 1943 22. Unterseebootsflottille 15 januari 1944 – 16 juli 1944 I. Abteilung/Marineschule 17 juli 1944 – 17 september 1945 Kommandeur der Marineschule Mürwik 18 september 1944 – 13 mei 1945
Wolfgang Lüth werd op 15 oktober 1913 in Riga, Letland, aan de Oostzee, geboren, dat toen nog behoorde tot het Russische Keizerrijk. Wolfgang Lüth studeerde eerst rechten en filosofie en ging pas op z'n 20e voor het eerst naar zee. Na een tijdje als matroos op het driemastzeilschip Gorch Fock te hebben gevaren, meldde hij zich in 1933 als vrijwilliger aan bij de Kriegsmarine. Hij volgde zijn opleiding eerst als cadet op 23 september1933, tot officier op de lichte kruiserKarlsruhe in 1934 en diende vervolgens voor een jaar op de lichte kruiser Königsberg en kreeg, na zijn afstuderen, in februari 1937 het commando over de U-13. In juli werd hij benoemd tot 2e Wachtofficier van de U-27, waarmee hij in de Spaanse wateren patrouilleerde tijdens de Spaanse Burgeroorlog. In oktober werd hij benoemd tot 1e Wachtofficier van de U-38, en met deze boot werd hij mede op patrouille gestuurd toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak op 1 september1939.
De Tweede Wereldoorlog
Toen de Tweede Wereldoorlog al bijna een maand bezig was, kreeg Lüth het commando over de U-9, een Type II U-boot. Hiermee ging hij op zes patrouilletochten met een gestaag succes, waaronder het tot zinken brengen van de Franse onderzeeërDoris op 9 mei1940. Op 27 juni 1940 nam hij het commando over van de U-138. Daarmee bracht hij vier schepen met 34.633 BRT aan scheepsruimte tot zinken op zijn eerste patrouille. In oktober werd hij na zijn tweede patrouille onderscheiden met het Ridderkruis van het IJzeren Kruis voor zijn behaalde successen.
Op 21 oktober 1940 nam Lüth het commando over van de U-43, een grote Type IX U-boot. Met deze boot bracht hij in vijf patrouilles 12 schepen tot zinken, met 68.077 BRT aan scheepsruimte. Op 1 januari1941 werd hij bevorderd tot Kapitänleutnant. Op 9 mei1942 nam hij het commando over van een Type IXD-2 U-boot, de U-181. Hij verliet Kiel voor zijn eerste patrouillereis in september 1942 met deze nieuwe U-boot. Zijn doel was op patrouille te gaan in de Indische Oceaan en de Zuid-Afrikaanse wateren. In oktober bereikte hij de kustlijn buiten Kaapstad en gedurende een maand bracht hij 12 schepen tot zinken voor een totaal van 58.381 BRT aan scheepsruimte, alvorens terug te keren naar Bordeaux, Frankrijk, in januari 1943. Op 16 november 1942 ontving hij al het Eikenloof (Eichenlaub) bij zijn Ridderkruis van het IJzeren Kruis.
In maart 1943 voer Lüth voor de tweede maal uit naar Zuid-Afrika. Deze patrouilletocht duurde 205 dagen, waarbij hij 10 schepen voor 40.331 BRT tot zinken bracht. Lüth werd hiervoor bekroond met de "Zwaarden" bij zijn Ridderkruis van het IJzeren Kruis tijdens deze patrouille. Hij was ook bevorderd tot korvetkapitein (Korvettenkapitän) op 1 april 1943. Op 8 september 1943, kreeg Lüth de "Diamanten" toegekend bij zijn Ridderkruis van het IJzeren Kruis.
Na vijf jaar van de operationele U-bootdienst nam Lüth het bevel van de 22. Unterseebootsflottille in januari 1944. Dit was een opleidingseenheid voor de U-bootcommandanten. In juli 1944 nam hij het commando over van de 1e Abteilung van de Marineschule Mürwik (Marine-Academie van Mürwik) in Flensburg-Mürwik. Hij werd bevorderd tot Fregattenkapitän op 1 augustus 1944 en werd commandant van de gehele Marinschule in september en bevorderd tot kapitein-ter-zee (Kapitän-zur-See).
Zijn profiel
Wolfgang Lüth was wat persoonlijkheid betreft totaal anders dan de meeste andere onderzeebootkapiteins: hij was een fanatieke nazi, een overtuigd antisemiet en harde nationalist, dit terwijl bijna alle andere kapiteins zich niet uitspraken over politiek.
Ook behandelde Lüth zijn bemanning anders: hij lette erg op hygiëne en uiterlijke verzorging, was streng en zette ze psychologisch onder druk. Ook bracht Lüth ze spiritualiteit bij: hij deed aan meditatie en leerde ze filosofie. Lüth vond hygiënische verzorging extreem belangrijk en hij eiste dat ieder bemanningslid zich vlak voor het begin van reis kaal zou scheren. Lüth was een groot voorstander van de verbetering van hygiënische omstandigheden en hij bracht dit onderwerp veel ter sprake bij admiraalKarl Dönitz. Lüth beschouwde zichzelf als "vader" van zijn bemanning, de jonge matrozen waren zijn "kinderen" en volgens hem was een U-bootreis de ultieme trip naar volwassenwording.
Lüth's onorthodoxe methodes maakte van hem de meest kleurrijke, meest excentrieke en meest omstreden van alle Duitse U-bootkapiteins. Toch behaalde Lüth met dezelfde onorthodoxe methodes veel succes en toen hij in augustus 1943 zijn 40e schip tot zinken had gebracht, werd hij onderscheiden met diamanten bij het Ridderkruis, een van de hoogste Duitse onderscheidingen.
In 1944 schreef Lüth het boek "U-boot krijgers voor vandaag en morgen" een boek waarin stond hoe een U-boot kapitein het beste zijn bemanningsleden moest behandelen. Het boek werd door andere kapiteins als belachelijk en naïef omschreven. Lüths excentrieke gedrag maakte hem tot de meest eenzame van alle kapiteins, een buitenstaander met weinig vrienden.
Zijn dood
Wolfgang Lüth leidde nog steeds de Marine-Academie van Mürwik toen Hitler zelfmoord pleegde en diens opvolger Dönitz naar Flensburg uitweek en deze academie tot zijn hoofdkwartier uitriep. Het enorme terrein met de vele gebouwen en kantoren was hier uiterst geschikt voor en stroomde dan ook snel vol met militairen en ambtenaren. Op 5 mei arriveerden de Britten die Flensburg bezetten maar de Academie voorlopig met rust liet: hiermee werd deze tot een de facto enclave waarin Lüth de veiligheid waarnam terwijl Dönitz een regering leidde van een volkenrechtelijk niet meer bestaande staat, die vooral na de algehele capitulatie van 8 mei niet meer serieus genomen werd.
De dood van Wolfgang Lüth is omgeven met raadsels: op 13 mei1945 liep Lüth 's nachts over het terrein van de Academie. Mathias Gottlob, een marinecadet die wachtdienst had, zag hem en vroeg hem om het wachtwoord te zeggen: Lüth gaf geen of het verkeerde wachtwoord en werd doodgeschoten. Op 15 mei kreeg Lüth een begrafenis met volledige militaire eer in de stad. Toen dit nieuws de geallieerden bereikte werd er schande van gesproken, aangezien Lüth bekend stond als fanatieke nazi.
Lüth had waarschijnlijk het wachtwoord geweten en was zelf als commandant verantwoordelijk voor dit wachtwoordensysteem, het is dus een raadsel waarom hij geen of het verkeerde wachtwoord gaf. Wellicht wilde hij zelfmoord plegen door opzettelijk het verkeerde wachtwoord te zeggen. Lüth was een fanatieke nazi en hij had dikwijls gezegd dat hij niet meer wilde leven als Duitsland de oorlog zou verliezen. Een andere verklaring was dat Lüth dronken was (in die laatste dagen werd er vaak en veel gedronken om de onzekerheid te vergeten) en in zijn dronkenschap het wachtwoord vergat of niet verstaanbaar was. Het is ook mogelijk dat hij tegen de wind in had gesproken. Gottlob zelf verklaarde dat hij slechts een waarschuwingsschot had willen afvuren en dat hij Lüth per ongeluk dodelijk trof. Gottlob moest voor de krijgsraad verschijnen maar werd vrijgesproken.
Lüth werd twee dagen later, op 15 mei 1945, begraven en kreeg de laatste staatsbegrafenis van het Derde Rijk en ligt begraven op de begraafplaats Flensburg-Adelby. Lüth ontving nog zijn laatste eerbewijs van het Derde Rijk. Hitlers opvolger van de staat, Rijkspresident en Groot-admiraal Karl Dönitz, sprak de laatste woorden als grafrede. Lüth was de enige Duitse onderzeebootkapitein die een staatsbegrafenis kreeg.
(de) Scherzer, Veit. Die Ritterkreuzträger 1939–1945 Die Inhaber des Ritterkreuzes des Eisernen Kreuzes 1939 von Heer, Luftwaffe, Kriegsmarine, Waffen-SS, Volkssturm sowie mit Deutschland verbündeter Streitkräfte nach den Unterlagen des Bundesarchives. Jena, Duitsland: Scherzers Miltaer-Verlag. 2007, ISBN 978-3-938845-17-2.
(de) Busch, Hans-Joachim; Röll. Der U-Boot-Krieg 1939–1945 — Die Ritterkreuzträger der U-Boot-Waffe von September 1939 bis Mai 1945. Hamburg, Berlijn, Bonn, Duitsland: Verlag E.S. Mittler & Sohn. 2003, ISBN 978-3-8132-0515-2.
(de) Berger, Florian. Mit Eichenlaub und Schwertern. Die höchstdekorierten Soldaten des Zweiten Weltkrieges. Wenen, Oostenrijk: Selbstverlag Florian Berger. 1999, ISBN 978-3-9501307-0-6.