Er waren in totaal tien wereldtitels te verdienen. Voor zowel de mannen als de vrouwen ging het om de 500 meter, de 1000 meter, de 1500 meter, het allroundklassement en de aflossing. De individuele allroundtitels gingen naar Charles Hamelin en Choi Min-jeong, de aflossingstitels gingen naar zowel de Zuid-Koreaanse mannen als de vrouwen.