Het is een van de oudste door Europese kolonisten gevestigde dorpen in KwaZoeloe-Natal. Het werd gevestigd in 1839 door de Voortrekkers, nadat de Zoeloes op 17 februari1838 (na Piet Retief te hebben gedood) op de nabijgelegen heuvel Bloukrans (of Blaauwekrans) 41 mannen, 57 vrouwen en 97 kinderen doodden. Het dorp dankt zijn naam aan deze treurige gebeurtenis en is de toenmalige spelling van het Nederlandse woord wenen. Een museum in het dorp is gewijd aan de gebeurtenis. Nabij Bloukrans staat een monument ter nagedachtenis aan het bloedbad.
In 1907 werd een smalspoorlijn aangelegd om het dorp te verbinden met Estcourt, dat 47 kilometer westwaarts gelegen is. De spoorlijn bleef tot 1983 in bedrijf. De landbouwbedrijven in Weenen produceren groenten, luzerne, pinda's en citrusvruchten.
Subplaatsen
Het nationaal instituut voor de statistiek, Stats SA, deelt sinds de census 2011 deze hoofdplaats in in zogenaamde subplaatsen (sub place)[1], c.q. slechts één subplaats:
Weenen SP.