De warmteoverdrachtscoëfficiënt (symbool , uitgedrukt in W/m²K) is een maat voor de warmteoverdracht bij convectie (in tegenstelling tot warmteoverdracht door geleiding).
Voor de warmteoverdracht geldt:
waarin de warmtestroom is (in W), het oppervlak waardoor de warmteoverdracht plaatsvindt (in m²) en het temperatuurverschil (in K).
De waarde van wordt bepaald door de stroming van lucht langs een warmte-afgevend of warmte-ontvangend oppervlak. Hoe sterker de stroming, des te hoger zal zijn. Halverwege de vorige eeuw werd de volgende formule gebruikt voor het vaststellen van de warmteoverdrachtscoëfficiënt:
Waarbij 10 de warmte in kcal/(m²·h·°C) en v de snelheid van de lucht, getalsmatig, in meters per seconde is.[1] Voor die formule geldt nu:
- in W/(m²K).
Overzicht warmteoverdrachtscoëfficiënten in verschillende situaties volgens TNO en de Gasunie:
sitiuatie |
m/s ± |
W/(m²K)
|
net boven een radiator |
0,5 |
8,5 .
|
binnenkant van een buitenmuur bij koud weer |
0,25 |
6
|
buitenkant van die buitenmuur |
4 |
24
|
In berekeningen wordt meestal uitgegaan van de omgekeerde waarde van de warmteoverdrachtscoëfficiënt, de overgangsweerstand (NEN 1068;2004), aangeduid door Rsi (binnen) en door Rse (buiten).
- Rsi = 1/(6 W/m²·K) = 0,166 m²·K/W ; volgens NEN 1068 Rsi = 0,13 m²·K/W.
- Rse = 1/(24 W/m²·K) = 0,04 m²·K/W ; volgens NEN 1068 Rse = 0,04 m²·K/W.
Bronnen, noten en/of referenties
- ↑ Polytechnisch Zakboek, 1975