De grote familie Von Bülow behoort tot de oude adel van Mecklenburg en bracht verschillende staatslieden, militairen en kunstenaars voort. De familie is genoemd naar het dorp Bülow.[1] De stamvader is Gottfried von Bülow, ridder (13e eeuw).[2]
Nederlandse adel
Drie leden van de familie gingen, de zonen met hun wettige afstammelingen in mannelijke lijn, in 1841[3] door inlijving behoren tot de adel van het koninkrijk der Nederlanden[4] met het predicaat van jonkheer en jonkvrouw. Dit waren de kinderen van wijlen Karel Floris Willem von Bülow (1797-1832), wiens vader Joachim Ernst von Bülow (1752-1827) afkomstig was van Frauenmark in Mecklenburg. Hun namen waren: Joachim Ernst von Bülow (1827-1848, ongehuwd), Arie von Bülow (1829-1909; zijn tak is uitgestorven in 1997) en Grietje Judith von Bülow (1830-1887).
↑Vermeld in 1229 als getuige van vorst Johann van Mecklenburg, in 1236 als ridder, in 1239, in 1255 met zijn vrouw Adelheid. Deze werd in 1258 vermeld als weduwe.