De vicekoning van Koesj (letterlijk: Koningszoon van Koesj) was een hoge oud-Egyptischeambtenaar die fungeerde als bestuurder van de Nubische provincies ten tijde van het Nieuwe Rijk (ca. 1550–1070 v.Chr.) en tijdens de eerste helft van de derde tussenperiode (ca. 1075–652 v.Chr.).
Bronnen
De vicekoning van Koesj is sinds het begin van de 18e dynastie van Egypte geattesteerd. Het ambt duikt soms nog in de derde tussenperiode op, waarbij het echter omstreden is of deze functie nog daadwerkelijk bestond of dat de titel nu eershalve wordt verleend. Een andere titel die de vicekoning van Koesj voerde, was die van "Leider van de zuidelijke buitenlanden". Vaak werden deze beambten, vooral in korte inscripties, ook als "koningszoon" aangeduid.
Ambtszetel
De vicekoning van Koesj had zijn ambtszetel in Aniba in Neder-Nubië. Zijn ambtsbereik omvatte alle delen van het door Egypte veroverde Nubië (tot aan de vierde cataract van de Nijl), maar ook een deel van Opper-Egypte. Onder hem stonden diverse andere beambten, waarvan de "vertegenwoordiger van de vicekoning van Koesj" de belangrijkste was.
↑ abA.J. Peden, The reign of Ramesses IV, Warminster, 1994, pp. 62–63.
↑ abcdeG. Lodomez, Le vizir Ânkh-Osorkon de la Troisième Période Intermédiate. (Paris, Musée Rodin, Co. 3386 et Le Caire, Musée Égyptien, JE 91300), in Chronique d'Egypte (CdE) 80 (2005), pp. 76–86, hier p. 86.
L. Habachi, art. Königssohn von Kusch, in W. Helck - W. Westendorf (edd.), Lexikon der Ägyptologie, III, Wiesbaden, 1980, pp. 630–640. [de bovenstaande lijst is gebaseerd op dit artikel.]