Veuve Clicquot is een bekende champagne. Het champagnehuis "Veuve Clicquot Ponsardin" werd opgericht in 1772. Het huis heeft zijn naam verbonden aan de Zakenvrouw van het jaar-prijs.
Het huis dankt zijn naam aan Nicole-Barbe Clicquot-Ponsardin, een goede zakenvrouw die na de dood van haar man jarenlang leiding gaf aan het bedrijf. De weduwe liet haar champagnehuis en een groot deel van de wijngaarden na aan haar compagnon Mathieu Édouard Werlé.[1]
Veuve Clicquot-Ponsardin is gevestigd in Reims. Het bedrijf is dan ook op het gebruik van de pinot noir gericht.[2]
De Brut Carte Jaune is de meest verkochte champagne van dit huis. Champagnehuizen worden vooral beoordeeld op hun "BSA", de "Brut Sans Année". Bij dit huis gebruikt men voor de brut wijn uit wel 50 tot 60 gemeenten. De verhoudingen tussen de druiven is 60 tot 55% pinot noir, 15 tot 20% pinot meunier en 28 tot 33% chardonnay. 85% van de tien miljoen flessen die Veuve Clicquot per jaar verkoopt dragen dit gele etiket.
De Brut Carte Jaune Rosé bevat 50 tot 55% pinot noir, 15 tot 20% pinot meunier en 28 tot 33% chardonnay. Om ook in mindere jaren dezelfde kwaliteit te kunnen leveren voegt men tussen de 25 en 40% wijn uit de reserves van het huis aan de rosé toe. De roze kleur van de roséchampagne ontstaat door bijmengen van rode wijn uit de Champagne.
De vintage 2004 en vintage 2004 Rosé zijn millésimées waarvoor alle druiven, pinot noir en chardonnay, in dat jaar werden geplukt.
De Cave Privée Rosé 1975 bevat een groot aandeel druiven uit de grand cru-gemeente Bouzy. De flessen hebben 10 jaar mogen rijpen in de kelders van het huis.
De Grande Dame 2004 bevat wijn uit acht grand cru-gemeenten waarbij Verzenay en Avize domineren.
De Grande Dame Rosé 2004 bevat onder andere wijn uit de wijngaard Clos Colin in de grand cru-gemeente Bouzy.
De nadruk ligt bij dit huis op de assemblage en het vakmanschap van de keldermeester, niet op de herkomst van de druiven.
Het huis bezit 286 hectare wijngaarden die goed zijn voor een kwart van de benodigde druiven. Van die wijngaarden liggen 126 hectare rond de Grande Montagne de Reims. Daar wordt vooral pinot noir verbouwd. Ander bezit ligt in Pargny-les-Reims, de Petite Montagne de Reims en Ay in de vallei van de Marne. De rest wordt van de contractboeren in gemeenten in de champagne gekocht. In de kelders liggen 35 miljoen flessen te rijpen.
De champagnes van Veuve Clicquot zijn typisch voor de "style de Reims" waar de champagnehuizen altijd veel pinot noir hebben gebruikt. Veuve Clicquot is net als Mumm, Roederer en Laurent-Perrier een "pinot noir-huis.[3]
Holding Louis Vuitton Moët Hennessy
De weduwe Clicquot liet de kelders en het champagnehuis na aan Édouard Werlé, die in de loop der jaren al een groot deel van haar taken had overgenomen. Haar dochter Clémentine, inmiddels hertogin van Uzès, erfde het onroerend goed waaronder wijngaarden en het kasteel de Boursault. Édouard Werlé en zijn zoon Alfred Werlé kochten in de jaren na 1866 een groot deel van de wijngaarden die in bezit van de Uzès waren gekomen. In 1978 en 1986 werden ook de champagnehuizen Canard-Duchêne en Henriot opgekocht. De familie Werlé bleef tot 1987 leiding gegeven aan Champagne Veuve Clicquot-Ponsardin. Toen werd het bedrijf deel van de groep Louis Vuitton.
Het champagnehuis Veuve Clicquot is eigendom van de beursgenoteerde holding LVMH (Louis Vuitton Moët Hennessy). Deze holding bezit in de Champagne ook Moët & Chandon, Mercier, Krug en Ruinart. Vanwege dit grote bezit van beroemde champagnehuizen, verdient de holding aan elke vierde fles champagne die verkocht wordt.