In dit verdrag werd de oostelijke grens van Italië en haar invloedssfeer in de Adriatische Zee vastgelegd. Het Verdrag van Rapallo is een uitvloeisel van het geheime Pact van Londen (1915) en de Vrede van Versailles, waar geen overeenstemming werd bereikt over het verloop van de grens tussen Italië en Joegoslavië. Een derde deel van het door Slovenen bewoonde gebied, Istrië en een deel van Dalmatië kwam aan Italië. In ruil hiervoor werd Joegoslavië door Italië erkend.
Omstandigheden
Op de vredesonderhandelingen in Parijs in 1919 waren de Slovenen en Kroaten vertegenwoordigd door de onderhandelingsdelegatie van het Koninkrijk Servië. De staat Joegoslavië bestond nog niet en de staat van Slovenen, Kroaten en Serven was een niet-erkend provisorium. Tijdens de onderhandelingen kon geen resultaat bereikt worden over de toekomstige Joegoslavische staat en de Italiaanse gebiedseisen. Daarbij beriep Italië zich op de geheime afspraken uit het Pact van Londen, waarin Italië gebieden uit Oostenrijk-Hongarije waren beloofd. De Amerikaanse president Wilson erkende dit pact niet. Om deze redenen werden de open kwesties verdaagd tot later datum. Bovendien werd bepaald dat Italië en het Joegoslavische koninkrijk de zaken in bilateraal overleg zouden oplossen.
Tussen de onderhandelingen in Versailles in 1919 en het begin van de Italiaans-Joegoslavische onderhandeling in november 1920 hadden Italiaanse troepen reeds verschillende gebiedsdelen bezet, zoals Triëst en Gorizia. Op 12 september 1919 bezette Gabriele D'Annunzio met zijn irredentistenRijeka (Fiume) en vestigde er een eigen bestuur.