Er wordt getwijfeld aan de juistheid van een of meer onderdelen van dit artikel.
Raadpleeg de bijbehorende overlegpagina en pas na controle desgewenst het artikel aan. Opgegeven reden: Geen bronnen, foute data en informatie. Subjectief geschreven (sjabloon geplaatst op 11 april 2018)
Het Veneraprogramma (Russisch: Венера (космическая программа)) was een Russisch onbemand ruimtevaartprogramma uit de vorige eeuw. Dit programma had als doel onderzoek te doen naar Venus. Deze sondes werden gelanceerd tussen 1961 en 1983.
De eerste modellen uit deze serie waren niet berekend op de erg zware omstandigheden die in de atmosfeer van Venus heersten. De astronomen beseften nog niet dat zij de luchtdruk vele malen te laag inschatten en dus gaven de eerste exemplaren die de planeet bereikten vroegtijdig de geest, voordat zij de oppervlakte van Venus bereikten. Voor die tijd mislukten diverse pogingen om Venus te bereiken.
Russen gaven Mars op
Eind 1973 zag de Sovjet-Unie in, dat het de strijd om de eerste zachte landing op Mars van NASA zou verliezen. Naast een superieure technologie beschikten de Amerikanen over veel grotere budgetten. Na ampele overwegingen richtten de Sovjets daarom hun inspanningen volledig op Venus.
Vele Russische primeurs op Venus
Dit bleek een gouden greep, aangezien deze keus hen vele primeurs opleverde. De Amerikanen lieten de planeet Venus er in hun ruimtevaartprogramma maar een beetje bij hangen (Mars was belangrijker), waarvan de Russen profiteerden. Zo voerden de Russen de eerste (harde) landing op een andere planeet uit, deden de eerste metingen in een buitenaardse atmosfeer, maakten de eerste geslaagde zachte landing op een andere planeet en analyseerden als eerste bodemmonsters op Venus. Daarnaast haalden zij met Venera 9 de primeur binnen van de eerste foto's die vanaf het oppervlak van een andere planeet waren genomen. Weliswaar maakte hun Mars 3 enige jaren daarvoor al een geslaagde landing op Mars, maar het radiocontact werd binnen luttele minuten verbroken en op het minuscule stukje foto dat men ontving stonden geen details.
Communicatie met de Aarde
De moederschepen uit de eerste, lichte serie verbrandden in de Venusatmosfeer. De landers van de tweede, zwaardere serie waren voor communicatie met de Aarde aangewezen op hun orbiters. Het was dus van groot belang dat deze in de juiste baan kwam. Door de zware omstandigheden op Venus functioneerden de landers slechts ruim een half uur en als men fortuinlijk was iets meer dan twee uur, maar daarna bezweken ze onder de kokende hitte en verpletterende luchtdruk. Bovendien beschikten ze slechts over een batterij die het hooguit een paar uur uithield. Sommige orbiters vlogen de planeet voorbij, anderen kwamen in een baan rond Venus; in alle gevallen onderhielden zij echter het contact met de Aarde en als de orbiter achter de horizon van de landingsplaats verdween (ongeacht of de lander dan nog signalen uitzond) verloor de vluchtleiding het radiocontact.
Landing
Voor het ontkoppelen van de lander werd deze eerst (door een systeem aan boord van de orbiter) gekoeld tot onder het vriespunt, waarna eenmaal op Venus aangekomen een intern koelsysteem ervoor zorgde dat de lander het een uurtje of twee uithield. Tijdens de afdaling door de Venusiaanse atmosfeer mat men extreem hoge versnellingen, vervolgens gebruikte de lander parachutes die weer werden afgeworpen. Het laatste gedeelte van de afdaling remden landers uit de zwaardere serie af middels een horizontale schijf bovenaan het vaartuig. Door de dichte atmosfeer dwarrelde de bol als het ware naar beneden. Een vervormbare landingsring deed dienst als schokbreker om de laatste klap op te vangen.
Gebruik van verschillende draagraketten
Dit programma is te splitsen in twee delen: Venera 1 t/m 8 maakten gebruik van de A-2-e Molniya draagraket. Venera 9 t/m 16 werden daarentegen gelanceerd met de veel krachtigere Proton. Daarom zijn deze aanzienlijk zwaarder. De laatste twee verkenners (Venera 15 & 16) beschikten niet over een lander, maar in plaats daarvan over een radar om, in tegenstelling tot de landers die slechts een momentopname op één locatie maakten, langdurig vanuit een omloopbaan Venus in kaart te brengen.
Daarnaast zijn er diverse mislukte lanceringen zonder officiële Venera-aanduiding. Deze werden door de Russen weggemoffeld onder een nummer in het Kosmos ruimteprogramma, zoals Kosmos 96.
Resultaat
Zelfs het hoge aantal mislukkingen in het begin in ogenschouw nemend, is het Russische Venera-programma zeer geslaagd te noemen. Zowel de orbiters als landers leverden een schat aan wetenschappelijke informatie op. Zeker als men dit afzet tegen de zeer beperkte middelen waarmee de Russen moesten werken. De Russische ruimtevaarttechnologie was toen beslist van mindere kwaliteit dan de Amerikaanse. Bovendien mocht tegenhanger NASA maar liefst 800 miljoen dollar uitgeven aan een Vikingvlucht, terwijl de Sovjets slechts 100 miljoen roebel konden spenderen aan een Venera verkenner. Al met al slaagden zij er in, om met weinig middelen een zeer goed resultaat neer te zetten.
Gedurende 127 minuten gegevens vanaf Venusoppervlak (ontworpen op 32 minuten). Primeur: eerste analyse van bodemmonster op Venus, tevens eerste kleurenfoto's vanaf oppervlakte.