De naam "Universiteit" en "Hogeschool" zijn in Nederland wettelijk beschermd sinds 8 maart 2017.[2]
Dit is geïntroduceerd na een affaire rond de Alhuraa University. Uitzondering op deze bescherming zijn volksuniversiteiten en personen of rechtspersonen die geen graden verlenen of betaling vragen voor onderwijs of certificaten.[3]
Geschiedenis
Voordat er in de Lage Landen universiteiten waren, ging men voor een studie naar de universiteiten van Parijs (de Sorbonne), Keulen, Oxford of naar een van de vele in Italië.
Van deze academies bestaan alleen alleen nog de Universiteit Leiden, Rijksuniversiteit Groningen en de Universiteit Utrecht.
Naast de universiteiten bestonden ook zogeheten illustere scholen, die een basisopleiding gaven op een vergelijkbaar academisch niveau, maar niet het recht hadden om academische graden te verlenen. Van deze scholen bestaat alleen nog de Universiteit van Amsterdam die in 1632 werd opgericht als Athenaeum Illustre Amsterdam maar in 1877 een volwaardige universiteit werd met promotierecht.
Hoewel het pas later de universiteitsstatus kreeg, wordt het gerekend tot een van de vier klassieke universiteiten in Nederland, gezien de oprichting tijdens de Republiek.
Er zijn particuliere universiteiten, welke geaccrediteerd zijn door de Nederlandse overheid als universiteit maar niet hoofdzakelijk gefinancierd worden door deze overheid. Particuliere universiteiten zijn ontstaan na de tweede wereldoorlog: de Nyenrode Business Universiteit is de oudste particuliere universiteit van Nederland en werd opgericht in 1946.
Studenten
In het studiejaar 2013-2014 studeerden ruim 250.000 studenten in het wetenschappelijk onderwijs.[5] Studenten moeten doorgaans een voltooide opleiding in het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs of hoger beroepsonderwijs op zak hebben, alvorens ze toelating krijgen voor wetenschappelijk onderwijs.
Algemeen of gespecialiseerd
In Nederland worden universiteiten vaak ingedeeld als een algemene of gespecialiseerde universiteit. De algemene universiteiten doen onderzoek en bieden onderwijs dat grote delen van het volledige wetenschappelijke spectrum beslaat. De gespecialiseerde universiteiten beperken zich tot specifieke deelterreinen van onderwijs en onderzoek.
In Nederland zijn er gespecialiseerde universiteiten, vaak technisch van aard. Er in Nederland bijvoorbeeld een universiteit die zich richt op landbouw, de landbouwuniversiteit. In het verleden werden deze met Hogeschool aangeduid; de naam universiteit was voorbehouden aan instituten met ten minste vijf faculteiten, waaronder in ieder geval een medische. Sinds HBO-instellingen als "hogescholen" worden aangeduid, worden alle instellingen voor academisch onderwijs in Nederland "universiteiten" genoemd.
Financiering wetenschappelijk onderzoek
Wetenschappelijk onderzoek binnen universiteiten wordt in Nederland (binnen universiteiten) uit verschillende bronnen bekostigd. Traditioneel onderscheidt men drie zogeheten geldstromen:
Derde geldstroom: alle andere vormen van financiering, waaronder financiering door het bedrijfsleven en door organen van de Europese Unie
Voor de tweede geldstroom zijn geen vaste bijdragen: alle financiering daaruit moet door onderzoekers of instellingen specifiek worden aangevraagd op basis van onderzoeksvoorstellen. Daarnaast is het financieringsbeleid van NWO steeds meer gericht op de zogeheten 'topsectoren' (het topsectorenbeleid). Als tegenreactie op dit topsectorenbeleid ontstond de beweging Science in Transition die zich zorgen maakt om de commercialisering van de wetenschap en de publicatiedruk die de kwaliteit van onderzoek in de weg zouden staan. Ook het in 2013 ontstane Platform Hervorming Nederlandse Universiteit bekritiseert de privatisering in de wetenschap.[6]