De Tsjara (Russisch: Чара) is een 851 kilometer lange rivier in het zuiden van Siberië. De rivier stroomt door de Russische kraj Transbaikal, de oblast Irkoetsk en Jakoetië en is een zijrivier van de Oljokma binnen het stroomgebied van de Lena. De naam komt uit het Evenks en betekent "zandbank" of "ondiepte".[1]
Loop
De Tsjara ontspringt op een hoogte van ongeveer 975 meter op de zuidelijke hellingen van de bergketen Kodar in het Bolsjoje Leprindomeer in het noorden van de Transbaikal. De rivier stroomt eerst sterk meanderend naar het noordoosten en doorkruist de Tsjaralaagte en loopt daarbij langs de Tsjarazanden. Verderop wijzigt de loop zich naar het noorden tot noordwesten en doorstroomt vervolgens via vele stroomversnellingen weer terug naar de Kodar, die ze volledig doorsnijdt om vervolgens langs de oostzijde van het Hoogland van Patom de oblast Irkoetsk binnen te stromen, gevolgd door Jakoetië. In de benedenloop wijzigt de loop zich naar het oosten om ongeveer 25 kilometer ten zuidoosten van de stad Oljokminsk in de benedenloop van de Oljokma te stromen.
Hydrografie
Gemeten naar lengte en oppervlakte is de Tsjara de belangrijkste zijrivier van de Oljokma. De belangrijkste zijrivieren zijn de Zjoeja (337 km) en Molbo (334 km) die van links de Tsjara instromen en de Tokko (446 km) die van rechts instroomt. Binnen het stroomgebied bevinden zich ruim 7000 meren met een totale oppervlakte van ongeveer 248 km².
Nabij de monding bereikt de rivier een breedte van ruim 500 meter bij een diepte van ruim 4 Meter. De stroomsnelheid bedraagt hier 1,2 m/s.
De Tsjara bevriest van eind oktober tot het midden van mei en wordt gekenmerkt door hoogwater tussen mei en september. De rivier heeft een gemiddeld jaarlijks debiet van 900 m³/s bij de monding[2], die nabij de monding van de Tokko nog steeds 639 m³/s bedraagt en aldaar varieert tussen de 42 m³/s in maart tot 2352 m³/s in juni.[3]
De oevers zijn bergachtig en begroeid met bos.
Gebruik
De rivier is bevaarbaar overen lengte van 416 kilometer, vanaf de samenvloeiing met de Zjoeja tot aan de monding. Aan de bovenloop zijn enkele zeer rijke etslagen met ijzererts, kolen, goud en koper (op twee na grootste ter wereld) aangetroffen. Op de linkeroever bevindt zich de enige plek ter wereld waar de halfedelsteen charoiet wordt aangetroffen.
Het stroomgebied van de Tsjara is zeer dunbevolkt. De spoorlijn Baikal-Amoer (BAM) volgt de bovenloop van de rivier over een lengte van ongeveer 100 kilometer tussen de stations Leprindo (bij het Bolsjoje Leprindomeer) en Ikabja. Tussentijds steekt de BAM de rivier over vlak voor het station Novaja Tsjara. Het deel waar de BAM langsloopt vormt grotendeels ook het enige deel waar andere wegen lopen. Pas aan de benedenloop van de rivier zijn er weer een paar plaatsen te vinden, waaronder het dorp Tokko bij de monding van de gelijknamige zijrivier in de Tsjara.
De rivier wordt gebruikt om te wildwatervaren (moeilijkheidsgraad 4).
Zijrivieren
Het riviersysteem van de Tsjara telt 103 zijrivieren met een lengte van meer dan 10 kilometer. In de onderstaande tabel zijn deze gerangschikt van de monding tot aan de bron.
Bronnen, noten en/of referenties