Na de dood van Alfons IX in 1230 probeerde Theresia de aanspraken van haar dochters op de troon van León door te zetten. Koning Ferdinand III van Castilië, de zoon van Alfons en diens tweede echtgenote Berenguela van Castilië, wist de aanspraken van zijn halfzussen evenwel af te kopen door hen 30.000 goudstukken te betalen. Met dat geld liet Theresia een nieuw cisterciënzerinnenklooster bouwen, waarin haar dochters intraden. Zijzelf stierf in juni 1250 in het klooster van Lorvão, waar ze werd bijgezet in de kloosterkerk.
Op 13 december 1705 werden Theresia en haar zus Sancha zalig verklaard door paus Clemens XI. Haar katholieke feestdag valt op 17 juni.
Nakomelingen
Theresia en haar echtgenoot Alfons IX kregen drie kinderen:
Ferdinand (1192-1214), troonopvolger van León
Sancha (1193-1270), verloofd met koning Hendrik I van Castilië, die voor het huwelijk stierf.