De Teko werden het eerst vermeld in 1731 als een volk aan de Comté.[3] In 1767, tijdens een expeditie van Patris, werd de grootte van de stam geschat op 350 tot 400 mensen en ze waren verwikkeld in een langdurige oorlog met de eveneens inheemse Kari’na.[3] Gedurende de 19e eeuw waren de Teko verzwakt en praktisch slaven van de Wayampi. Nadat de Franse overheid had gedreigd met een militaire expeditie werden de interne oorlogen beëindigd. In 1849 hadden de oorlogen en de Europese ziektes de stam gereduceerd tot ongeveer 100 personen.[3]
In 1960 werd de Teko in slechte conditie aangetroffen, maar de stam is sindsdien gegroeid door verbeterde gezondheidszorg.[4] De Franse overheid heeft geprobeerd de Teko te concentreren in grotere dorpen, maar met beperkt succes. Er werd een mannelijke granman en mannelijke kapiteins geïnstalleerd volgens de Marron-hierarchie, maar die regeringsstructuur werd niet begrepen als matriarchale samenleving.[5] De Teko zijn het enige inheemse volk dat het Frans staatsburgerschap nog steeds heeft geweigerd.[6]
De economie is gebaseerd op zelfvoorzieningslandbouw, jagen, en vissen.[1]. De Teko vormen een matrilokaliteit waarin de dochters in het dorp van de moeder blijven wonen, en de echtgenoten naar het dorp van de echtgenote verhuizen. Polygamie was vroeger gebruikelijk, maar raakt in verval.[3]
De Teko spreken de Emerillon taal die behoort tot de Tupi talen. De meeste Teko hebben Frans leren lezen en schrijven en beheersen de taal ook. Afhankelijk van de locatie van het dorp wordt ook Sranantongo, het met Emerillon verwante Wayampi en Portugees gesproken.[4][7] De Emerillon taal wordt beschouwd als bedreigd.[4]