Gál werd geboren in een arm gezin in het ZevenburgseGyergyóújfalu. Hij behaalde zijn diploma geneeskunde dankzij de financiële steun van katholieke stichtingen. Na zijn studies ging hij aan de slag in Szászrégen en ging uiteindelijk in de politiek in het comitaat Maros-Torda. In 1901 werd hij voor de Onafhankelijkheidspartij verkozen in het Huis van Afgevaardigden, waarvan hij tot 1918 lid was en van 1909 tot 1910 ook de voorzitter.