Vermoedelijk in 823 werd hier het oudste vrouwenconvent in Saksen gesticht.
Keizer Lodewijk de Vrome schonk het veel goederen en verhief het tot rijksabdij. In 1147 werd de abdij rijksonmiddellijk.
Na de beeldenstorm van 1532 werd de Reformatie ingevoerd en werd het een evangelisch sticht. In 1670 bood het sticht korte tijd asiel aan de uit Amsterdam gevluchte labadisten, een mystieke, gereformeerde sekte onder leiding van Jean de Labadie en Anna Maria van Schurman. Als gevolg van tegenstand van de bevolking van de stad Herford werden de vluchtelingen gedwongen te vertrekken.
In 1802 maakte Pruisen een eind aan de zelfstandigheid van het sticht. Deze daad werd gelegaliseerd in de Reichsdeputationshauptschluss van 25 februari1803, waar het in artikel 3 aan Pruisen wordt toegewezen. Op die datum werd het voormalige sticht deel van het Pruisische graafschap Ravensberg. Het sticht werd in 1804 opgeheven.
Van 1807 tot 1813 behoorde het voormalige sticht tot het koninkrijk Westfalen.