Die zomer begon Sacrison zelf met medewerking van zijn tweelingbroer Steve in zijn vrije tijd aan het opgraven van het dier, waarvan hij eerst aannam dat het een exemplaar van Triceratops betrof. Om het skelet te bereiken was het nodig een meters dikke bovenlaag mechanisch te verwijderen. In de lente van 1992 werd de hulp ingeroepen van het commerciële Black Hills Institute waarvan Peter Larson en zijn team dat jaar en het volgende het grootste deel van het skelet borg. In 2003 werd nog een vervolgopgraving gedaan. Na een langdurig preparatieproces, dat dertigduizend manuren vergde, was het dier klaar om tentoongesteld te worden. De dinosauriër werd naar zijn ontdekker genoemd. In juli 1995 werd hij in Tokio, Japan tentoongesteld door The T.rex World Exposition. Na een tijd in Hill City te hebben gestaan werd hij verplaatst naar het Black Hills Museum of Natural History, een natuurhistorisch museum in de Black Hills. Het specimen heeft daar het inventarisnummer BHI 3033, verwarrend genoeg samen met een stuk onderkaak van een caenagnathide die tegelijkertijd werd opgegraven.
Op 6 oktober 2020 werd Stan in opdracht van het BHI door het veilinghuis Christie's verkocht voor een toenmalig recordbedrag van 31,85 miljoen dollar inclusief veilingcommissie, aan een onbekende bieder. In 2024 werd dat nog overtroffen door "Apex", een exemplaar van Stegosaurus dat voor 44,6 miljoen dollar verhandeld werd.
Beschrijving
Stan was in zijn tijd de compleetste tyrannosaurus die ooit was gevonden, met 199 botten ofwel 63 % van de skeletelementen bewaardgebleven. In 1990 werd echter Sue ontdekt en in 1997 tentoongesteld. Zij was nog groter en completer. De botten omvatten de zeer volledige schedel, de onderkaken, tien halswervels, veertien nekribben, dertien ruggenwervels, twaalf ribben van de borstkas, het sacrum, eenendertig staartwervels, vierentwintig chevrons, beide darmbeenderen, de bovenkant van de schaambeenderen, de bovenkant van de zitbeenderen, beide dijbeenderen, de scheenbeenderen, de kuitbeenderen, de sprongbeenderen, de linkervoet, een stuk rechtermiddenvoet en elf teenkootjes. Verder werden nog vijfendertig losse tanden aangetroffen. De voorpoten en de schoudergordel ontbreken dus volledig. Het gaat om een volwassen individu. Het skelet lag vermoedelijk na de dood van het dier enkele maanden aan het oppervlak om daarna door een overstroming met sediment bedekt en wat verspreid te worden. De schedel was helemaal uit elkaar gevallen maar de verschillende onderdelen bleken op twee elementen van de onderkaak na toch nog aanwezig te zijn; de losse botten ervan konden nu bijzonder goed bestudeerd worden en zijn door Larson beschreven in een apart hoofdstuk van een boek dat hij in 2008 mede publiceerde. In de rots werden ook fossielen van planten aangetroffen, wat informatie verschafte over de habitat.
Zoals veel fossielen van Theropoda had Stan enkele genezen breuken aan de ribben. Volgens het Black Hills Institute had hij nog veel meer littekens opgelopen. Ze stelden ook verwondingen aan de schedel en nek vast. De nek was gebroken, en bij het genezingsproces waren er twee wervels met elkaar vergroeid en een derde was ten opzichte van de nek onbeweeglijk geworden. Ook de zijkanten van de schedel droegen littekens. In de achterkant van de schedel zat een diep, bijna drie centimeter breed gat, in afmeting overeenkomend met het spits van een tyrannosaurustand. Bij het diepste punt van het gat in de schedel was een groot stuk van de hersenpan afgebroken, van vijf bij twaalf centimeter. Een dunne laag nieuw bot sloot het gat af; wat er op wijst dat Stan het had overleefd. De uiteindelijke doodsoorzaak is onbekend. De juistheid van deze vaststellingen is echter betwist
Stan is een vrij lichtgebouwd exemplaar. Ondanks een geschatte lengte van 12,3 meter lag het gewicht volgens een schatting van Michael Mortimer op ongeveer 3,7 ton. Daarom wordt wel aangenomen dat het om een mannetje gaat, wat dus strijdig is met de rol die hij in het Spaanse museum speelt. De schedel is circa 1,4 meter lang, het dijbeen 131 centimeter.
In 2009 probeerde een team van Karl Bates via lasermetingen het volume en daarmee het gewicht van Stan te bepalen. Doordat het hun niet toegestaan werd het skelet uit het museum te verwijderen, konden ze echter niet voldoende afstand nemen voor een optimale meting. Daarbij was het onduidelijk hoeveel vlees en vet er op de botten zat. Bij een wat meer gezette Stan zou het gewicht uitkomen op 7654 kilogram, bij een magerder interpretatie lag het op zes ton.
Literatuur
Larson, P, 2008, "One Hundred Years of Tyrannosaurus rex: The Skeletons", In: Larson and Carpenter (eds.). Tyrannosaurus rex: The Tyrant King. Indiana University Press
Larson, P, 2008, "Atlas of the Skull Bones of Tyrannosaurus rex", In: Larson and Carpenter (eds.). Tyrannosaurus rex: The Tyrant King. Indiana University Press
Karl T. Bates, Phillip L. Manning, David Hodgetts, William I. Sellers, 2009, "Estimating Mass Properties of Dinosaurs Using Laser Imaging and 3D Computer Modelling", PLoS ONE, 2009; 4(2): e4532 DOI