Het park bevat een klein meer, het St. James's Lake met twee eilanden, Duck Island (genoemd naar de bonte collectie van watervogels in het meer) en West Island. Een brug over het meer verschaft uitzicht op Buckingham Palace.
Het park is het meest oostelijke van een nagenoeg ononderbroken aaneenschakeling van parken die (richting het westen) verder bestaat uit Green Park (park), Hyde Park en Kensington Gardens.
De dichtst nabijgelegen metrostations zijn St. James's Park en Westminster.
Geschiedenis
Oorspronkelijk was het gebied moerasachtig en werd door Hendrik VIII gekocht in 1532, die het inrichtte als jachtgebied voor de hertenjacht. Het werd opengesteld voor het publiek door Karel II.
In 1837 wijzigde John Nash de inrichting van het park grondig en aldus ontstond uit het vroegere kanaal het tegenwoordige St. James's Lake.
Het park stond bekend als ontmoetingsplaats voor seksuele handelingen, waarover John Wilmot, de 2e graaf van Rochester een beroemd gedicht schreef: "A Ramble in St. James's Park".