Al na twee kilometer ging de eerste renner in de aanval, de Spanjaard Raúl García de Mateo. Al snel sloten zijn landgenoten Manuel Vázquez en Gustavo Domínguez zich bij hem aan. De drie haalden een maximale voorsprong van 3'42", maar met de finish in zicht begon deze langzaam terug te lopen. Na 131 kilometer sloot een vierde renner zich bij de kopgroep aan, Ángel Gomez, maar enkele kilometers later werden de vluchters door het peloton, onder aanvoering van Lampre en Rabobank, ingerekend.
Verschillende demarrages volgden, maar geen van de renners kon nog wegkomen. Op twee kilometer van de finish vond een grote valpartij plaats, waarvan onder andere goudentruidrager Daniele Bennati een slachtoffer was. Vooraan deed de Belg Philippe Gilbert een ultieme poging om uit het door de valpartij flink uitgedunde peloton weg te springen, maar ook hij kon niet wegkomen. Op de licht stijgende aankomst was het Óscar Freire die als eerste over de meet kwam, voor Paolo Bettini en Leonardo Duque.