Robert Bruynooghe is een vast personage in de boeken van Pieter Aspe. Hij is een ietwat ouderwetse agent van middelbare leeftijd die vooral met zijn plichtsbesef en forse gestalte heel wat aanzien binnen het Brugse politiekorps geniet. Hij is getrouwd en heeft een zoon die aan de universiteit studeert.

Bruynooghe is eerst en vooral een flik die volgens het boekje te werk gaat. Zijn wereld is simpel: hij krijgt bevelen en volgt die op. In heel wat verhalen salueert hij dan ook wanneer Van In hem een order geeft. Dit zwakt in de latere boeken wat af. Hij is niet te verlegen om een beetje met Carine Neels te flirten, maar een echte versierder is hij niet.

Net als Guido Versavel loopt hij in de eerste verhalen steevast in uniform rond. Pas wanneer hij vast lid wordt van de lokale opsporingsdienst (de zogenaamde LOD) opereert hij in burger. Echt nauwgezet wordt hij, zoals de meeste personages in Aspe's boeken, niet beschreven. We weten enkel dat hij een struise man is van middelbare leeftijd.

Het grootste verschil tussen de Bruynooghe uit de boeken van Aspe en de VTM-serie, is zijn voornaam. In de boeken heet hij Robert, in de televisiereeks gaat hij onder de naam André door het leven. Vanaf de derde reeks wordt hij vervangen door het neefje van De Kee, de jongere Mitch Dedecker (Mathias Coppens). Dit gebeurt in de boeken evenwel niet. André Bruynooghe werd gespeeld door Erik De Backer.