Vanaf de politiereorganisatie van 1993 tot de vorming van de nationale politie op 1 januari 2013 bestond de Nederlandse politie uit 25 regiokorpsen, die ieder een geografische regio bestreken, ondersteund door het (26e) Korps landelijke politiediensten (KLPD), dat de landelijke politietaken organiseerde. Elke regio was opgedeeld in districten.
De burgemeester van een van de gemeenten binnen een regio (doorgaans de grootste gemeente) was de korpsbeheerder. Samen met de korpschef van het betreffende regiokorps en de hoofdofficier van justitie vormde hij of zij de regionale driehoek, of de beheersdriehoek, zoals in de Politiewet genoemd. Vanaf 2013 zijn de 25 regiokorpsen vervangen door 10 regionale eenheden.
Het kabinet-Rutte heeft in december 2010 besloten de indeling van de politieregio's gelijk te maken aan die van de nieuwe justitiële arrondissementen.[1] De definitieve nieuwe kaart is op 14 december 2010 bekendgemaakt. Officieel is er één politieregio (één korps) met 10 gebieden, zoals op de kaart aangegeven. Naast de 10 gebieden is er ook een ondersteunende landelijke eenheid, voorheen KLPD genaamd, waarin gespecialiseerde eenheden zijn ondergebracht zoals de politieluchtvaartdienst.
In de eerste kolom van de tabel staan alle nieuwe regionale eenheden,[2] in de tweede kolom staat welke regio's (de voormalige regiokorpsen) bij elkaar zijn gevoegd voor de nieuwe politieregio's.
Nieuwe politieregio
Voormalige regio's samengevoegd
1. Noord-Nederland
Groningen, Friesland en Drenthe
2. Oost-Nederland
IJsselland, Twente, Noord- en Oost-Gelderland, Gelderland-Midden en Gelderland-Zuid
3. Midden-Nederland
Utrecht, Gooi en Vechtstreek en Flevoland
4. Noord-Holland
Noord-Holland-Noord, Zaanstreek-Waterland en Kennemerland