De verkiezingsuitslag van 7 juni 2009 legde de bal in het kamp van de CD&V, de grootste partij. Aftredend minister-president Kris Peeters werd formateur en startte onderhandelingen met N-VA, sp.a en Open Vld. Een formule met zowel drie als vier partijen behoorde tot de mogelijkheden. Uiteindelijk viel Open Vld uit de boot, op aandringen van Bart De Wever en Caroline Gennez. Op 9 juli 2009 kwam er consensus over het regeerakkoord met de titel 'Een daadkrachtig Vlaanderen in beslissende tijden'. Op 10 juli werd het regeerakkoord voorgesteld op een persconferentie.
Op 10 en 11 juli 2009 raakten de ministerportefeuilles bekend. Grote verrassing was de afwezigheid van Frank Vandenbroucke, de voormalige minister van Onderwijs voor sp.a. Twee nieuwe ministers kwamen van buiten de politiek: Ingrid Lieten was directeur-generaal bij De Lijn en Philippe Muyters was bestuurder bij VOKA. Jan Peumans werd ook vaak genoemd als een mogelijke minister voor de N-VA, maar hij kreeg het voorzitterschap van het Vlaams Parlement. De eedaflegging van de ministers en de regeerverklaring vonden plaats op 13 juli2009.
Sinds begin augustus 2009 viel het beleidsdomein Ruimtelijke Ordening onder drie ministers: Muyters (Ruimtelijke Ordening), Van den Bossche (Wonen) en Bourgeois (Onroerend Erfgoed).
Beleid en maatregelen
Ondanks het geleverde werk werd deze regering door veel experten als een transitregering of erger als een stilstandregering beschouwd. De samenwerking tussen de CD&V, N-VA en sp.a draaiden niet altijd soepel. Toch bleven de relaties tussen de ministers relatief hartelijk. De regering kwam ook nooit in de problemen in het parlement. De druk op de samenwerking werd wel verhoogd na de federale verkiezingen van 2010. N-VA werd toen de grootste partij. Hierdoor begon de partij zich steeds meer als leider te gedragen en legde ze flink rechtsere accenten.[1]
Enkele grotere maatregelen zijn als volgt:
Welzijn, zorg en gezin
Decreet kinderopvang: herordent de sector en geeft de commerciële initiatieven subsidies als ze inkomensgebonden tarieven aanrekenen.
Decreet pleegzorg: geeft pleeggezin een zeer centrale plaats in alle opvangvormen.
Zorg voor personen met een handicap: geeft pleeggezin een zeer centrale plaats in alle opvangvormen. Men zal niet langer instellingen financieren maar personen een budget geven dat zij zelf kunnen aanwenden
Oprichting Vlaams actieplan armoedebestrijding en Armoedefonds
Binnenlands bestuur
De Vlaamse ambtelijke diensten werden met 7 procent afgeslankt, kabinetten tellen minder dan 280 raadgevers en de toplonen werd beperkt zodat niemand nog meer verdient dan de minister-president.
Interne Vlaamse staatshervorming: hertekende de provincies in beperkte mate.
Integratie tussen de academische opleidingen aan de hogescholen en universiteiten.
Samenstelling
De regering-Peeters II bestond uit 9 ministers (8 ministers + 1 minister-president). CD&V had 4 ministers (inclusief de minister-president), sp.a 3 en N-VA 2. De samenstelling van de regering veranderde niet tijdens de legislatuur.
De functie van parlementsvoorzitter maakt deel uit van de te bedelen mandaten. Voor de legislatuur 2009-2014 werd Jan Peumans (N-VA) verkozen als voorzitter van het Vlaamse Parlement. De meerderheid werd gevormd door CD&V, sp.a en N-VA, zij bezaten 66 van de 124 zetels. De oppositie werd gevormd door Vlaams Belang, Open VLD, LDD, Groen en UF. Zij bezaten 58 zetels.