Thierry Neuville verkleinde met een derde overwinning van het seizoen zijn achterstand in het kampioenschap op klassementsaanvoerder Sébastien Ogier. Overgaande van het slingerende en ruwe onverhard van Sardinië naar de razendsnelle proeven in Polen, bewees het opnieuw een nauwe secondestrijd tussen de top vier-rijders in de titelstrijd dusver. In regenachtige weersomstandigheden werd in de loop van de openingsetappe uit deze groep echter Ogier het eerste slachtoffer van de condities, en hij verloor mede dankzij een excursie al snel de aansluiting vooraan. Jari-Matti Latvala, Ott Tänak en Neuville wisselden ondertussen met de koppositie in het klassement, maar werden halverwege de tweede etappe op exact dezelfde proef getroffen door uiteenlopende problemen; Tänak verloor op hoge snelheid spontaan zijn achterspoiler; Neuville reed lek; en Latvala verloor de complete aandrijving van zijn Yaris WRC, waardoor hij de rest van de dag moest uitzitten, dit terwijl de andere twee wél stand hielden. Tänak was met het gemis van enige service genoodzaakt de resterende proeven van die dag met de handicap van een ontbrekende achterspoiler door te rijden, maar hield de marge klein en volgde met ingang van de slotetappe Neuville op een luttele twee seconden. Een snelste tijd van Tänak op de proef die de dag openende zag hem de Hyundai-rijder passeren, maar op de eerstvolgende klassementsproef toucheerde Tänak een boom nadat hij in een bocht te wijd uitkwam, reed hierna nog wel naar de finish toe, maar moest door de opgelopen schade uiteindelijk opgeven. Neuville koerste vervolgens naar de zege toe en zag op afstand teamgenoot Hayden Paddon met een tweede plaats zijn eerste podium resultaat van het seizoen boeken; dit hield tevens Hyundai's eerste één-twee resultaat in sinds hun debuutoverwinning in Duitsland 2014. Door alle mêlee belandde Ogier met een derde plaats alsnog op het podium.