Ari Vatanen zette zijn opmars in het rijderskampioenschap voort, door in Finland zijn derde overwinning van het seizoen op naam te schrijven en daarmee het gat te dichten tot zes punten achter koploper Guy Fréquelin, die hier aan de start ontbrak. Het was Hannu Mikkola die het klassement tot halverwege de rally aanvoerde, maar Vatanen, Markku Alén en Henri Toivonen zaten niet ver achter hem. Mikkola's quattro kreeg te kampen met een overslaande motor, wat hem op de proeven nog niet zoveel zag verliezen, maar wat hem vervolgens wel straftijd deed kosten toen zijn monteurs het probleem verhielpen tijdens een servicestop die daardoor te lang duurde. Ondanks een inhaalrace was het tijdsverlies te groot om Vatanen en Alén nog bij te halen. Toivonen, die belangrijke punten kon scoren voor Talbot bij de constructeurs, moest tijdens de slotetappe vanaf een derde plaats nog opgeven vanwege een kapotte distributeur, waardoor Mikkola de laatste podiumtrede van hem inlijfde.
Een dieptepunt in de wedstrijd was het ongeluk van Audi-rijder Franz Wittmann, die na de finish van de vierde klassementsproef in een slip achterwaarts op de wagen van een tijdopnemer in reed. Hij raakte daarbij een aantal personen, waaronder de Griekse FIA observeerder Costas Glossotis, en de voorzitter van de Finse autosportbond AKK, Raul Falin, die overleed aan de gevolgen van het ongeval. Wittmann verklaarde dat het stopsein van de proef niet goed gemarkeerd was en werd met de snelheid die hij hanteerde verrast door de vele mensen die hij er plots aantrof. Nadat hij en zijn navigator de ingevulde tijdkaart hadden ontvangen, en onbewust van het feit dat er mensen geraakt waren, vervingen ze in eerste instantie hun weg en reden nog een paar proeven door, maar toen Audi te horen kreeg van de dodelijke afloop werden ze direct uit de rally teruggetrokken door het team. Ondanks aantijgingen werd Wittmann uiteindelijk vrijgesproken van gevaarlijk rijgedrag.