Tijdens de regering van Skoropadsky werd veel gedaan op cultureel en educatief terrein. Zo decreteerde hij de oprichting van meerdere Oekraïense universiteiten, onder meer in Kamjanets-Podilsky. Toch zou het hetmanaat niet meer blijken te zijn dan een intermezzo. Hij had veel kwaad bloed gezet met zijn pro-Duitse opstelling en zijn conservatieve agrarische politiek, en na de Duitse nederlaag kwam er snel een eind aan zijn heerschappij, die eindigde in november 1918. Op 14 december nam een nieuwe voorlopige regering, geleid door Volodymyr Vynnytsjenko en Symon Petljoera, hem gevangen en werd de Volksrepubliek Oekraïne in ere hersteld.
In 1919 vluchtte Skoropadsky naar Berlijn. Vanuit Duitsland trachtte hij steun te winnen om de communistische heerschappij in Oekraïne omver te werpen. Later zouden hij en zijn nationalistische beweging een nauwe samenwerking aangaan met Adolf Hitler[bron?]. Na de Duitse inval in de Sovjet-Unie in 1941 verleenden nationalistische Oekraïners steun bij de vervolging van zowel communisten als Joden. De Duitsers werden in de Oekraïne, die zwaar had geleden onder de terreur van Lenin en Stalin en door communistisch wanbeheer veroorzaakte hongersnood had gekend, als bevrijders ingehaald. Kort voor het einde van de Tweede Wereldoorlog raakte Skoropadsky op 16 april1945 zwaargewond bij een bombardement. Op de ziekenzaal van het klooster Metten overleed hij aan zijn verwondingen.