Het Oudkerkslavisch is nauw verbonden met het missiewerk van de uit Thessaloniki afkomstige broers Cyrillus en Methodius en hun leerlingen. Voor hun missie naar het Groot-Moravische Rijk (863) vertaalden ze onder meer de Bijbel in het Slavisch. Als Oudkerkslavisch geldt uitsluitend de taal van teksten die verband houden met dit missiewerk. Kopieën van deze teksten zijn overgeleverd in de vorm van een beperkt aantal handschriften uit de 10e en 11e eeuw.
Het Oudkerkslavisch heeft zich verder ontwikkeld tot het Kerkslavisch, een taal die tot op de dag van vandaag gebruikt wordt als liturgische taal in de verschillende Slavische orthodoxe Kerken. Voor de historische taalkunde is het Oudkerkslavisch van belang omdat het vanwege zijn ouderdom het dichtst in de buurt komt van het Oerslavisch, de gemeenschappelijke voorvader van alle Slavische talen.