Het oeuvre van de componist Hugo Alfvén bestaat officieel uit een 54-tal werken met opusnummers. Het begint bij zijn Sonate voor viool en piano en eindigt met Symfonie nr. 5. Toen Hugo Alfvén overleed werd zijn archief overhandigd aan de Universiteit van Uppsala. Jan Olof Rudén, toen verantwoordelijk voor de afdeling muziek aldaar, probeerde orde in de chaos te scheppen en kwam tot 214 werken. Hij gaf de werken een Rudénnummer mee voor een catalogus voor de Alfvénherdenking in 1972, zijn 100e geboortejaar. Rudén heeft daarbij geprobeerd de stukken waarvan de datum niet te traceren was, zo goed mogelijk in te delen op basis van andere gegevens. Sommige jaartalen zijn daarom een schatting.

De onderstaande werken worden door de Alfvénvereniging als het belangrijkst beschouwd. Het kan daarbij zijn dat bij sommige opusnummers meerdere titels staan, opusnummer 48 heeft Alfvén nooit gebruikt. De Rudéncatalogus begint met vijf werkjes voor piano, die Alfvén schreef gedurende zijn kinderjaren. De nummers 7 en 8 zijn ook werkjes voor piano.