De Nederlandsche Bond voor Vrouwenkiesrecht was een Nederlandse belangenvereniging voor vrouwenrechten tussen 1907 en 1920. De bond werd opgericht op 25 februari 1907, mede door Esther Welmoet Wijnaendts Franken-Dyserinck (1876-1956) en Lizzy van Dorp (1872-1945), omdat zij als ontevreden leden opstapten bij de Nederlandsche Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht. Zij wilden een gematigder politieke koers varen en vonden het een gemis dat leden met een meer gematigde denkwijze niet of nauwelijks aan het bod kwamen binnen de Nederlandsche Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht.[1][2] De Nederlandsche Bond voor Vrouwenkiesrecht was weliswaar voor de invoering van het vrouwenkiesrecht, maar richtte zich daarnaast op de opvoeding van de vrouw zodat deze goed voorbereid zou zijn op de bij de nieuw verworven rechten horende verantwoordelijkheden. Ook werd het ledenpubliek aangeduid als meer 'deftig' waar andere organisaties als meer 'militant' werden omschreven.[3] Een ander duidelijk verschil met de Vereeniging was dat de Bond ook mannen toeliet in alle bestuursfuncties.[4] De twee verenigingen leefden dusdanig in onmin met elkaar dat ze hun leden aanraadden om het lidmaatschap bij de ander op te zeggen.[5]
De Bond gaf het tijdschrift De Ploeger vanaf de oprichting tot de fusie in 1920 uit. Het blad was bedoeld om de diverse afdelingen van de activiteiten van de Bond op de hoogte te houden en bevatte daarnaast algemene beschouwingen over vrouwenkiesrecht.
↑In sommige bronnen wordt ook gesuggereerd dat hieraan een persoonlijk conflict met Aletta Jacobs ten grondslag zou kunnen liggen.
↑Vrouwenkiesrecht in Nederland. Atria. Kennisinstituut voor Emancipatie en Vrouwengeschiedenis (2 juni 2016). Gearchiveerd op 15 september 2017. Geraadpleegd op 3 mei 2018.