De Meester van de Clères Femmes is de noodnaam voor een waarschijnlijk Vlaams boekverluchter die tussen 1403 en 1415 actief was in Parijs. De noodnaam is ontleend aan een handschrift met de vertaling van Boccaccio’s De mulieribus claris, in het Frans bekend als Livre des Cleres et Nobles Femmes, dat gemaakt werd voor Jean de Berry.
Loopbaan
Het was Millard Meiss die de noodnaam bedacht en een corpus met werken van de meester samenstelde. Hij was van oordeel dat de meester afkomstig was uit Vlaanderen en behoorde tot een groep van minstens twee miniaturisten, die Bella Martens de Meester van 1402 had genoemd. Een deel van de werken van die groep werd toegeschreven aan de Meester van de kroning van Maria, de overige aan deze Meester van de Clères Femmes, genoemd naar zijn verluchting van een vertaling van een werk van Giovanni Boccaccio dat in het Franse manuscript de titel Livre des femmes nobles et renomméees kreeg (BnF, fr. 598).[1] Het bewuste handschrift werd in februari 1404 aan Jean de Berry geschonken door zijn kamerheer Jean de la Barre.[2]
Er werd tegelijkertijd een tweeling-exemplaar (BnF, Français 12420) van het handschrift gemaakt door de Meester van de kroning van Maria, dat bestemd was voor Jan zonder Vrees, de hertog van Bourgondië. De iconografie van beide manuscripten ligt zeer dicht bij elkaar, wat erop wijst dat ze naar hetzelfde model werden gemaakt. Ook het manuscript dat bewaard wordt in de British Library (Royal 20C V) stamt van hetzelfde model af. De Meester van de kroning van Maria zou de leiding hebben gehad over de groep. Ze werkten vooral voor Filips de Stoute en waren misschien met hem in contact gekomen via de Rapondi’s, kooplui uit Lucca, die kantoren hadden in Brugge en Parijs, en voor Filips boeken kochten.[3]
Stijlkenmerken
De kunstenaar komt uit Vlaanderen zoals blijkt uit zijn realistische kijk op zijn onderwerpen, de levendige figuren, zijn palet met heldere kleuren en de verfijnde modellering van de gezichten. De meester bekommert zich weinig om de ruimtelijkheid van zijn composities, maar slaagt er wel in om zijn miniaturen een verhaal te laten vertellen.[4] Zoals bij de Meester van de Kroning van Maria zien we ook bij deze meester het "vertalen" van het verhaal naar zijn eigen tijd. Bijvoorbeeld in de Histoire romaine brengt hij de geïllustreerde verhalen over naar zijn eigen tijdskader door het gebruik van eigentijdse kleding en omgeving. Maar ook de feiten zelf krijgen een ander accent. Zo voert hij Pierre Bersuire op, die zijn boek schenkt aan de Franse koning Jan de Goede, als schrijver van het verhaal in plaats van Titus Livius (f9r).[4]
Werken
De volgende werken worden aan de meester toegeschreven:
Lancelot du Lac, 2 volumes in samenwerking met de Meester van de Cité des dames, ca. 1405, Bibliothèque de l'Arsenal, Parijs, Ms.3479-3480
Lancelot du Lac, 2 volumes in samenwerking met de Meester van de Cité des dames, ca. 1405, BNF, Français 117-120[5]
Historiebijbel voor Jean de Berry, ca. 1405, in samenwerking met de Meester van de Cité des dames en de Vergilius-meester, Bibliothèque de l'Arsenal, Ms.5057-5058.
Histoire romaine van Titus Livius in een vertaling van Pierre Bersuire, gemaakt voor Jean de Berry, in samenwerking met het atelier van de Bedford-meester en de Orosius-meester (f.46v.), omstreeks1405, Bibliothèque de Genève, Ms.Français 77<
Histoire romaine van Titus Livius vertaald door Pierre Bersuire, in samenwerking met de Meester van de Cité des dames, omstreeks 1410, Koninklijke Bibliotheek van België, Brussel, Ms.9049-9050
Livre de Messire Bertrant du Guesclin van Cuvelier, in proza, een miniatuur, omstreeks 1410, Koninklijke Bibliotheek van België, Ms.10230
Historiebijbel van Guyart des Moulins, 2 volumes uit het bezit van Karel VI van Frankrijk, in samenwerking met de Vergilius-meester, de meester van de Cité des dames (f.132) et meester van bedevaarten van 1393, omstreeks 1414-1415, Koninklijke Bibliotheek van België, Ms.9001-9002
Historiebijbel van Guyart des Moulins, 2 volumes in samenwerking met het atelier van de Vergilius-meester, de Meester van de Cité des dames en de Meester van de getijden van Marguerite de Clisson, omstreeks 1415, Koninklijke Bibliotheek van België, Ms.9024-9025
↑Maurits Smeyers, 1998, Vlaamse Miniaturen van de 8e tot het midden van de 16e eeuw, Leuven, Davidsfonds, p. 185.
↑ abElizabeth Morrison, Anne D. Hedeman, Imagining the Past in France: History in Manuscript Painting 1250-1500, The J. Paul Getty Museum, Los Angeles, 2010, p. 211.