Medaille van de Noord- en Zuid-Hollandsche Redding Maatschappij
De Medaille van den Noord- en Zuid-Hollandsche Redding-Maatschappij (na 1949 de Koninklijke Noord- en Zuid-Hollandsche Redding-Maatschappij) werd in 1840 door het bestuur van deze vereniging die zich richtte op het redden van schipbreukelingen ingesteld. De overheid en de burgerij wilden een mentaliteitsverandering bewerkstelligen. In eerdere eeuwen bekommerden de bewoners van vissersdorpen zich uitsluitend om het jutten en het leegroven van wrakken. Men liet de in moeilijkheden gekomen opvarenden van schepen verdrinken en stak geen hand naar ze uit.[1]
De medailles waren tot 1911 legpenningen. In dat jaar kregen zij een oog zodat zij aan een lint, men koos voor een blauw lint met een smalle rood-witte bies, konden worden gedragen. Men kon met bronzen en zilveren gespen op het lint het bezit van meerdere medailles aanduiden. Ook de eerder uitgereikte medailles mochten na 1911 aan een lint worden gedragen, men voorzag ze daarvoor van een oogje.
Er zijn bronzen[2], zilveren[3] en gouden medailles[4] bekend.