Martens is een van oorsprong uit Rijsbergen afkomstig geslacht waarvan leden sinds 1829 tot de Nederlandse adel behoren en dat in 1972 uitstierf.
Geschiedenis
De stamreeks begint met Rombout Mertens wiens zoon in 1497 wordt vermeld als wonende te Rijsbergen. Vanaf de 17e eeuw waren leden van het geslacht bestuurders van de stad Utrecht. Verschillende nazaten werden bij Koninklijk Besluit van 10 december 1829 verheven in de Nederlandse adel. In 1972 stierf het geslacht uit.
Enkele telgen
Mr. David Johan Martens (1751-1811), raad en schepen van Utrecht
Jkvr. Suzanna Amelia Martens, vrouwe van Voorn (1851-1920), erfgename van haar oom Henri Willem Meertens, heer van Voorn (1836-1902) waardoor het huis te Voorn in haar geslacht kwam; trouwde in 1874 met jhr. Jan Willem Antonie Barchman Wuytiers (1847-1926), burgemeester
Jhr. David Jan Martens (1820-1862), lid van de ridderschap van Utrecht; trouwde in 1847 met jkvr. Louise Johanna Beeldsnijder, vrouwe van Vrije Nes (1828-1858), lid van de familie Beeldsnijder
Jkvr. Anna Elisbaeth Cornelia Martens (1821-1905); trouwde in 1846 met Willem Frans baron van Herzeele (1821-1899), kamerheer, lid van de familie Van Herzeele en grootouders van Anton Johan Adriaan baron van Herzeele (1882-1960)
Jhr. mr. Jan Louis Anne Martens (1823-1909), lid gemeenteraad van Utrecht, heemraad; trouwde in 1848 met jkvr. Johanna Benjamina van Rappard (1825-1893) via wie het huis Velhorst in de familie Martens kwam
Jhr. mr. Jan Hendrik Jacob Constantijn Martens, heer van Sevenhoven (1850-1923), rechter, bewoner van huis Velhorst te Laren
Jhr. mr. Anthony Henrik Martens (1880-1952), rijksarchivaris, bewoner van en overleden op huis Velhorst te Laren
Jkvr. Johanna Henriëtta Antonia Martens (1827-1893); trouwde in 1848 met jhr. Henry Christiaan Arnoud Ver Huell (1820-1881), luitenant-kolonel, lid van de familie Ver Huell
In goud een zwarte lamskop en twee aanziende rode ossenkoppen, geplaatst één en twee. Een aanziende helm; een kroon van drie bladeren en twee parels; dekkleden: goud en rood; helmteken: een rode ossenkop en -hals, uitkomend tussen een vlucht van goud en rood. Schildhouders: twee omziende leeuwen van natuurlijke kleur, rood getongd. Het geheel geplaatst op een rode arabesk.
Bronnen, noten en/of referenties
F.G.L.O. van Kretschmar, 'De portrettenverzameling Martens van Sevenhoven, een beeldkroniek van een Utrechtse familie', in: Jaarboek van het Centraal Bureau voor Genealogie 32 (1978), p. 149-237.