De noordelijke helft van Mare Smythii bevindt zich in libratiezone III, de zuidelijke helft in libratiezone IV. Libratiezones III en IV raken elkaar omstreeks het gedeelte van de evenaar aan de oostelijke rand van de Maan. Ten noorden van Mare Smythii ligt de inslagkraterNeper, aan de zuidelijke rand van Mare Marginis. Ten noordwesten van Mare Smythii liggen de kraters Schubert en Schubert B. De donkere, met basalt opgevulde krater aan de zuidelijke rand van Mare Smythii is Kästner.
Naamgeving
Mare Smythii is genoemd naar de Britse astronoom William Henry Smyth (1788-1865). De benaming Mare Smythii is afkomstig van de Britse selenograaf John Lee (1783-1866) [1].
Meest gefotografeerde gebied tijdens het Apolloprogramma
Het gebied van Mare Smythii werd frequent gefotografeerd tijdens zowat elke maanmissie van het Apolloprogramma. Dat kwam omdat de oostelijke kant van de Maan altijd door de zon werd beschenen, en de banen van elke CSM-LM-combinatie elkander boven Mare Smythii kruisten. Anderzijds tonen de orbitale foto's van het Apolloprogramma geen schaduwen in de kraters van Mare Smythii, omdat de zon aldaar steeds in het zenit stond. Het gebied recht tegenover Mare Smythii, ten noordwesten van Mare Orientale, werd tijdens het Apolloprogramma nooit gefotografeerd omdat het tijdens de Apollomissies nooit door de zon werd beschenen.
Kraters en andere oppervlaktestructuren in Mare Smythii die een naam hebben gekregen
Avery
Camoens (zuidzuidoost van Schubert C)
Dorsa Dana
Dorsum Cloos
Haldane
Helmert
Hume
Hume Z (Li Po)
Kao
Kiess (gedurende de hoogtijdagen van NASA's Apolloprogramma was deze krater, samen met Widmannstatten, bekend als de Wright Brothers)
Lebesgue
Peek
Pirandello (ten oosten van Peek)
Purkyne S (Milton)
Purkyne U (Tasso)
Purkyne V (Hugo)
Runge
Schubert C (Doyle)
Slocum
Swasey
Talbot
Tucker
Warner
Widmannstatten (gedurende de hoogtijdagen van NASA's Apolloprogramma was deze krater, samen met Kiess, bekend als de Wright Brothers)
Noot: de cursief vermelde namen in deze lijst komen voor op de Lunar Topographic Ortophotomaps (LTO) die na het Apolloprogramma werden samengesteld aan de hand van hoge resolutiefoto's verkregen met de Fairchild- en Itekcamera's aan boord van de Scientific Instruments Modules (SIM) van Apollo 15, 16, en 17. Deze LTO-gerelateerde namen werden niet-officieel verklaard door de Internationale Astronomische Unie (IAU).
Literatuur en maanatlassen
Harold Hill: A Portfolio of Lunar Drawings.
Tony Dethier: Maanmonografieën (Vereniging Voor Sterrenkunde).
Antonin Rukl: Atlas of the Moon (kaarten 38, 49, libratiekaarten III, IV).
Ewen A. Whitaker: Mapping and Naming the Moon, a history of lunar cartography and nomenclature.
Ben Bussey, Paul Spudis: The Clementine Atlas of the Moon, revised and updated edition.
Maankaarten
Kort na het beëindigen van het Apolloprogramma (NASA) werd een reeks gedetailleerde maankaarten gemaakt aan de hand van honderden orbitale hogeresolutiefoto's van het maanoppervlak, genomen tijdens de drie wetenschappelijke missies Apollo 15, Apollo 16 en Apollo 17. Een aantal van deze kaarten tonen kleine en uiterst kleine segmenten van Mare Smythii.