Ze groeide op in de verschillende huizen en paleizen van haar vader en stond in haar jeugd bekend onder verschillende titels. Als klein kind stond ze bekend als Mademoiselle d’Ivoy. Als jonge volwassene en vlak voor haar huwelijk stond Marie Adélaïde bekend als Mademoiselle de Penthièvre. Na haar huwelijk met de hertog van Chartres, kreeg zij de titel hertogin van Chartres.
Toen haar schoonvader stierf op 18 november1785 werd haar man het hoofd van de hertogelijke familie van Orléans en kreeg hij de titel Eerste Prins van den bloede, een titel die werd gegeven aan de persoon met de hoogste positie na de koninklijke familie (Frans: Premier Prince du Sang, Engels: First Prince of the Blood).
Broers en zusters
Lodewijk Marie van Bourbon (geboren en gestorven in 1746)
Jan Marie van Bourbon (1748-1755), hertog van Chateauvillain
Vincent Marie Lodewijk (1750-1752), graaf van Guingamp
Marie Louise van Bourbon (1751-1753)
Lodewijk Marie (geboren en gestorven in 1754)
Marie Adélaïde en haar broer Lodewijk Alexander waren de enige twee kinderen uit het huwelijk van hun ouders die hun jeugd overleefden.
Huwelijk en kinderen
Marie Adélaïde trad in het huwelijk met Lodewijk Filips, de latere hertog van Orléans. De trouwdag vond plaats in het kasteel van Versailles, op 5 april1769. Het paar kreeg zes kinderen; vier daarvan bereikten een volwassen leeftijd:
Ondanks de geboorte van een troonopvolger voor de hertogelijke troon, was het huwelijk geen succes en de hertog gaf de voorkeur aan het gezelschap van zijn maîtresse, de gravin van Genlis.
De enorme rijkdom van het Huis Bourbon-Penthièvre was in heel Frankrijk bekend. Tijdens de trouwdag ontving Marie Adélaïde een bruidsschat van 6 miljoen Franse ponden en ze had een jaarlijks inkomen van 240.000 pond.[bron?] Later[(sinds) wanneer?] werd dat zelfs 400.000 pond. De beroemde familie Bourbon-Penthièvre was in het bezit van grote delen land, vele titels, huizen, paleizen en ontelbare meubels, schilderijen etc.
De revolutie
In 1789 brak de Franse Revolutie uit. In 1792 zocht Marie Adélaïde toevlucht in het kasteel van Bizy met haar vader, de hertog de Penthièvre. Tijdens de Franse Revolutie werden de leden van Orléans' familie gescheiden. Haar man, die plotseling een revolutionair was geworden en dus de Franse Revolutie steunde tegen de aristocratie, was nu beter bekend als Philippe Égalité. Haar oudste zoon Lodewijk Filips was in 1793 naar Oostenrijk gevlucht. Dit had ernstige gevolgen voor de familieleden die nu met argwaan werden bekeken door de revolutionairen. Ondanks de steun die Philippe Égalité gaf aan de revolutie en de revolutionairen werd hij ter dood veroordeeld en geëxecuteerd op 6 november1793. Haar enige dochter, prinses Eugénie van Orléans, werd lange tijd gevangengenomen, maar werd later vrijgelaten en ze vluchtte naar Zwitserland.
Marie Adélaïde en haar nog levende kinderen keerden terug naar Frankrijk in 1814 toen keizer Napoleon Bonaparte was verslagen. Tijdens de Bourbonrestauratie (1814-1830) nam ze haar oude positie aan het hof weer in. In 1821 overleed ze op 68-jarige leeftijd aan de gevolgen van borstkanker. Ze leefde niet lang genoeg om mee te maken dat haar oudste zoon koning der Fransen werd.