Dit artikel staat op een nalooplijst. Als de inhoud op verifieerbaarheid gecontroleerd is, kan dit sjabloon verwijderd worden. Geef dat ook aan op de betreffende nalooplijst. Bekijk ook de bewerkingsgeschiedenis om te zien of anderen hier al aan gewerkt hebben.
Louis van de Bossche woonde als kind in Borgvliet, in de buurt van Bergen op Zoom. Zijn vader had een bakkerij waar hij al op jonge leeftijd meehielp.
Oorlogsjaren
In 1940 werd hij marinier. In mei 1940 werd hij ingezet bij de Maasbruggen in Rotterdam om te proberen de brug te heroveren. Na de capitulatie werd hij tewerkgesteld bij de Nederlandse Spoorwegen. Na aanvaring met een Duitse onderofficier werd hij tot negen maanden gevangenisstraf veroordeeld. Toen hij vrijkwam, werd hij door de Gestapo gezocht wegens poging tot ontsnappen.
Op 17 maart 1942 verstopte hij zich onder de trein naar Parijs, samen met Frans Boluyt en Henk Zeelenberg. In Parijs ging de reis verder naar de Zwitserse grens, ook per trein. Lopend via de besneeuwde bergen bereikten ze de bewoonde wereld, maar het lukte niet snel vandaar verder te reizen en de groep viel uiteen. Pas op 24 december ging Van den Bossche met drie Nederlanders richting Pyreneeën. In Figueiras werden ze aangehouden. Twee maanden later werd hij vrijgelaten.
In 1943 was hij lid van de Krijgsraad van Engelandvaarders in Madrid samen met Louis Boas, Hans van Dam, A.J. Legerstee, Jan Linzel, J.B. Onnekink, Rob Versluys en Henk Zeelenberg.
Via Madrid en Lissabon bereikte hij Londen op 9 mei 1943. Hij kreeg een commando-opleiding in Schotland en de Verenigde Staten, waarna hij deel uitmaakte van de Prinses Irene Brigade.