In 945 kreeg zijn vader Hugo het aan de stok met zijn raadgever en neef Berengarius II. Berengarius vluchtte naar Otto I de Grote en keerde met een leger terug. Hugo werd verslagen en vluchtte naar zijn thuisland, Provence. Na de dood van Hugo (948) kreeg Lotharius de titel, maar in werkelijkheid had Berengarius de touwtjes in handen. Geruchten gaan, dat Berengarius Lotharius in 950 liet vergiftigen. Hij zette de IJzeren Kroon op zijn hoofd en dwong Adelheid, de weduwe van Lotharius, te trouwen met zijn zoon Adelbert I van Ivrea. Adelheid weigerde en werd gevangengezet in Como, maar ze kon in een bootje over het meer ontsnappen en vluchtte naar Canossa en ook zij riep de hulp in van Otto I.
In 951 viel Otto I Italië binnen en dat zelfde jaar huwde hij met Adelheid.