Sinds de oprichting van FC Twente in 1965 heeft de club 25 verschillende trainers gehad. De eerste trainer was Friedrich Donenfeld, het eerste seizoen onder zijn bewind eindigde ondanks grote verwachtingen teleurstellend waardoor hij al na één seizoen werd vervangen door Kees Rijvers. Onder Rijvers werd er een nieuwe weg ingeslagen. De resultaten bleven niet uit, met als uitschieter de 5-1 zege op Ajax in het seizoen 1968/69. Gezien de stand op de ranglijst was er was zelfs een reële kans op een kampioenschap, ware het niet dat Eddy Achterberg een opgelegde kans voor leeg doel naast schoot, waarna Feyenoord wel toesloeg en twee keer scoorde.
Opvallend is dat het dieptepunt van de sportieve historie van FC Twente (degradatie) onder de trainer plaatsvond die ook de eerste successen bracht, namelijk Spitz Kohn. Onder zijn leiding werd de finale van de UEFA Cup bereikt, door Juventus in de halve finale uit te schakelen met 4-1. De finale werd over twee wedstrijden uiteindelijk overtuigend verloren van Borussia Mönchengladbach. Ook won FC Twente haar eerste prijs in de clubhistorie onder leiding van Kohn, de beker in het seizoen 1976/77 werd gewonnen door PEC Zwolle in de verlenging te verslaan. Van alle hoofdtrainers zijn er drie geweest die meerdere periodes coachten: Spitz Kohn (2×, 1972-79 en 1982/83), Fred Rutten (2×, 1999-2001 en 2006-08) en Steve McClaren (2×, 2008-10 en 2012/13).