Le Sacre du Printemps geldt als een van de meest revolutionaire werken van de 20e eeuw. De première vond plaats op 29 mei1913 in het Théâtre des Champs-Élysées te Parijs en leidde tot een rel. Pierre Monteux dirigeerde het orkest. Het idee voor het ballet kwam voort uit Nikolaj Rjorichs belangstelling voor primitieve culturen. Stravinsky zelf schreef het scenario. Het ballet bestaat uit twee delen: l'Adoration de la Terre (De aanbidding van de Aarde) en Le Sacrifice (Het Offer).
Inhoud
Het ballet geeft een prehistorische wereld weer. Een jonge maagd is uitverkoren om zich dood te dansen, als offer aan de zonnegod. De indeling van het ballet ziet er zo uit:
Première partie: l’Adoration de la terre
Introduction
Les Augures printaniers – Danse des adolescentes
Jeu du rapt
Rondes printanières
Jeux des cités rivales
Cortège du Sage – Adoration de la terre – Le Sage
Danse de la terre
Seconde partie: Le Sacrifice
Introduction
Cercles mystérieux des adolescentes
Glorification de l’élue
Évocation des ancêtres
Rituel des ancêtres
Danse sacrale de l’élue
Bespreking
Le Sacre du Printemps was na L'Oiseau de feu (De vuurvogel) en Petroesjka het derde balletstuk dat Stravinsky schreef voor Les Ballets Russes. Het was zowel qua muziek als qua choreografie onconventioneel. Tegenwoordig wordt de muziek vaak in de concertzaal uitgevoerd als zelfstandig stuk. Het muziekstuk is, in tegenstelling tot de westerse traditie tot dan toe, gebaseerd op een strakke ritmische complexiteit. De ritmesectie van het orkest heeft een heel duidelijke rol in het stuk. Vaak dient de muziek om het ritme van de dans meer vorm, meer body te geven en niet andersom. Op deze wijze introduceerden Nijinski en Stravinsky nieuwe concepten.[1] Ook in harmonisch opzicht sloeg Stravinsky nieuwe wegen in.[2]
De première op 29 mei 1913 liep uit op een tumult. Het was niet Stravinsky's muziek die het meeste oproer veroorzaakte, maar Nijinsky's vernieuwende choreografie, die woester en wilder was dan wat men ooit had meegemaakt en nauwelijks iets met traditioneel ballet te maken had. De vraag werd opgeworpen of een ballet waarbij de dansers, gekleed als boeren, met hun lichaam schudden en met hun voeten stampten, de naam ballet waardig was. Zowel de dansers als de orkestleden hadden moeite met de ongewone ritmische accenten en de vele maatwisselingen.
Al direct in de eerste minuut kwamen delen van het publiek in opstand. Voor- en tegenstanders gingen zelfs met elkaar op de vuist. Het ballet kon alleen maar uitgedanst worden doordat inderhaast opgetrommelde gendarmes enige rust in de zaal herstelden. Het kostte Monteux veel moeite onverstoorbaar door te dirigeren.[3] Vooruitstrevende kunstenaars als Jean Cocteau, Gertrude Stein en Maurice Ravel waren in de zaal aanwezig. Ravel zag direct het belang in van de muziek. In een brief aan een vriend schreef hij dat die beslist moest gaan luisteren: de première zou een belangrijke betekenis hebben in de muziek. Ravel zelf nam van harte deel aan de rellen tijdens de première. Toen hij aan een buurvrouw aangaf dat ze stil moest zijn omdat hij wilde luisteren en zij reageerde met "vuile jood", waren de rapen gaar.
Het verhaal gaat dat Monteux na afloop het gebouw via het wc-raampje moest verlaten omdat hij dacht dat hij het er anders niet levend vanaf zou brengen. Waarschijnlijk is dit een "wanderlegende".[4] De dag na de opvoering stond er in de kranten: “Ce n'est pas le sacre du printemps, mais le massacre du tympan” (Het is niet het lenteoffer, maar de slachting van het trommelvlies). De tweede uitvoering op 4 juni verliep veel rustiger en Ravel, opnieuw in de zaal aanwezig, merkte op dat de muziek zelfs te horen was geweest.
Monteux
De naam Pierre Monteux is altijd verbonden gebleven aan Le Sacre du Printemps. Hij dirigeerde niet alleen de geruchtmakende wereldpremière in 1913, maar ook de Amerikaanse première in 1924 met het Boston Symphony Orchestra in Carnegie Hall in New York. Onder de toehoorders was de 15-jarige Elliott Carter, die zo onder de indruk was, dat hij op dat moment besloot zijn leven aan de muziek te gaan wijden.
In 1963, bij het 50-jarig jubileum van Le Sacre, leidde Monteux het London Symphony Orchestra in de Royal Albert Hall in Londen in Stravinsky's aanwezigheid. Componist en dirigent kregen een staande ovatie die 15 minuten duurde. Monteux had eerder verklaard: “Ik wil dit werk alleen nog maar dirigeren bij twee gelegenheden: als het vijftig jaar oud is in 1963 en als ik zelf honderd ben in 1975”. Het eerste heeft hij kunnen waarmaken, het tweede niet: hij stierf in 1964.
Opmerkelijk is dat voor sommige instrumenten in een ongebruikelijk register is geschreven. Het duidelijkst is dat bij de fagotsolo waar het stuk mee opent. De eerste noten zijn geschreven in het allerhoogste bereik van de fagot. Een anekdote vertelt dat de componist Camille Saint-Saëns niet herkende door welk instrument de solo gespeeld werd. Toen hem werd verteld dat het een fagot was, zou hij verontwaardigd de zaal hebben verlaten.
Los van balletvoorstellingen wordt Stravinsky's muziek vaak als zelfstandig orkestwerk bij concerten van symfonieorkesten geprogrammeerd.
Bijzondere versies
Le Sacre, gedirigeerd door Leopold Stokowski, figureerde ook als onderdeel van Walt Disneys animatiefilm Fantasia uit 1940. Op de tonen van de muziek ontrolt zich de geschiedenis van de prehistorie met de opkomst en het verdwijnen van de dinosaurussen.
Een reconstructie van Nijinsky's choreografie bracht Robert Joffrey in 1987 op de planken in samenwerking met danswetenschapper Millicent Hodson en kunsthistoricus Kenneth Archer.[6]