La Rochelle is ontstaan in de tiende eeuw als vissersdorp en werd vanaf de twaalfde eeuw een belangrijke haven, die de handel beheerste tussen de Loire- en de Girondestreek. In 1130 verwoestte Willem X van Aquitanië de versterkingen van Châtelaillon, waarna La Rochelle het rijk alleen had. In 1137 maakte de hertog La Rochelle tot vrijhaven. Vijftig jaar later werd Guillaume de Montmirail er tot burgemeester benoemd. Hij was de allereerste burgemeester van Frankrijk.
Tot de vijftiende eeuw bleef La Rochelle de grootste haven aan de Atlantische kust. Er werd voornamelijk wijn uit Aunis en Saintonge alsook zout verhandeld met kooplieden van de Hanze, die hier een handelspost hadden.
Tijdens de Renaissance was La Rochelle hervormingsgezind, en op 9 januari 1568 namen de protestanten het bestuur van de stad over. La Rochelle werd het een centrum voor hugenoten en een place de sûreté. In 1573 werd La Rochelle zonder succes belegerd door het koninklijk leger onder leiding van de latere Franse koning, Hendrik, hertog van Anjou. Er brak een periode van vrijheid en voorspoed aan, die tot in de jaren twintig van de zeventiende eeuw zou duren. In 1576 vluchtte Hendrik van Navarra van het hof te Parijs naar het protestantse La Rochelle, waar hij het katholieke geloof opnieuw afzwoer, en optrad als leider van het verbond tussen hugenoten en gematigde katholieken die vrijheid van religie voorstonden.
De stad raakte ten slotte op 10 september1627 in conflict met het centraal gezag van koning Lodewijk XIII, toen kanonschoten werden gewisseld met koninklijke troepen. Het gevolg was de Belegering van La Rochelle waarbij Kardinaal de Richelieu La Rochelle 14 maanden omsingeld hield, tot de stad zich overgaf, nadat twee derde van de 25.000 inwoners de hongerdood was gestorven. De stad moest haar burgemeester en privileges afstaan. De toenemende vervolging van de hugenoten mondde uit in het intrekken van het Edict van Nantes door Lodewijk XIV in 1685. Veel hugenoten emigreerden, onder andere naar Nederland en naar Noord-Amerika waar ze in 1689New Rochelle stichtten, in de buurt van het huidige New York.
De stad verloor ten slotte haar handel en boette aan belang in gedurende de periode van de Zevenjarige oorlog, de Franse Revolutie en de napoleontische oorlogen. Tijdens deze periode raakte Frankrijk veel van het gebied dat het in de Nieuwe Wereld bezat kwijt. Bovendien verloor Frankrijk veel van zijn macht op zee door aanhoudende conflicten met het Verenigd Koninkrijk, waardoor de rol van havens als La Rochelle sterk verminderde.
Pas op het einde van de 19e eeuw leefde de handel terug op, met de opening van de diepzeehaven La Pallice in 1890.[2]
Tweede Wereldoorlog
Tijdens de Tweede Wereldoorlog vestigde de DuitseKriegsmarine een onderzeebootbasis in La Pallice, enkele kilometers van La Rochelle. Duitsland hield aan de stad vast tot het einde: bij de onderhandelingen over de Duitse capitulatie werd overeengekomen, dat de Duitsers er ongemoeid zouden worden gelaten en dat de oorlogvoerende partijen zouden afzien van bombardementen. Op 7 mei 1945 vond deze capitulatie plaats en de Duitse bezetters gingen in geallieerde krijgsgevangenschap. Zo werd La Rochelle als laatste Franse stad bevrijd en bleef voor oorlogsverwoestingen zoals die wel in het nabijgelegen Royan hadden plaatsgevonden, gespaard.
In de eerste oorlogsdagen vluchtten Belgische vissers met hun boten naar Frankrijk. Ze deden dit op bevel van de Belgische overheid die ervan uitging dat Frankrijk stand ging houden tegen het Duitse leger en voorzag te verzamelen in Zuid-Frankrijk. Een vijftal Oostendse vissersboten kwam in La Rochelle terecht. Omdat de Duitsers de Fransen wantrouwden, hadden Belgische vissers meer privileges. Dit zorgde voor frictie tussen de Belgen en de lokale Fransen. Na de bevrijding keerden de Belgische vissers naar huis terug.[3][4]
Huidige tijd
De stad heeft de gebouwen van weleer goed weten te bewaren en is een van de meest schilderachtige steden aan de Atlantische kust, rijk aan stedenschoon, wat geholpen heeft bij het bevorderen van het toerisme. In 2013 werd het 14e-eeuwse stadhuis, het oudste van Frankrijk, getroffen door een brand die de daken en het houten schrijnwerk vernielde. Er volgde een restauratie van drie jaar.[5]
La Rochelle heeft ook nog steeds banden met de zee. Op Les Minimes bevindt zich de grootste haven voor plezierjachten van Europa, en de stad kent veel jachtbouw. Het oude onderzoeksschip Calypso, dat Jacques-Yves Cousteau vroeger gebruikte als mobiel laboratorium voor oceaanonderzoek tot het in 1996 zonk na een botsing in de haven van Singapore, was te zien in het maritiem museum van La Rochelle. Tegenwoordig ligt ze te verkommeren op een scheepswerf in Concarneau.
Bezienswaardigheden
De oude haven (Vieux-Port) met zijn twee torens, de tour Saint-Nicolas en de tour de la Chaîne
Tour de la Lanterne
De kerk Saint-Sauveur
De kathedraal Saint-Louis
Het stadhuis (14e eeuw)
Maison Henri II (16e eeuw), gebouwd voor procureur des konings Hugues Pontard
Muséum d'Histoire naturelle
Musée maritime
De speelfilm Das Boot (1981) speelde zich af in de onderzeebootbasis van La Pallice.
Kathedraal Saint-Louis
Kerk Saint-Sauveur
Stadhuis
Tour de la Lanterne
Tour Saint-Nicolas
Porte de la Grosse Horloge, voormalige stadspoort
De oude haven
Verkeer
De stad is met het eilandÎle de Ré verbonden door een 2,9 kilometer lange tolbrug, die in 1988 werd voltooid.
Er is ook een luchthaven, de Aéroport de La Rochelle-Île de Ré.
De oude haven van La Rochelle is via een 24 km lang kanaal verbonden met de rivier de Sèvre Niortaise ( bij het stadje Marans).
Na 1945 werd La Pallice, tot dan een Duitse onderzeebootbasis, uitgebouwd tot een 543 ha grote, moderne zeehaven waar schepen tot 200.000 ton kunnen laden en lossen.
Rugby is in La Rochelle populair, en de lokale club Stade Rochelais heeft een professioneel team dat bijna onafgebroken op het hoogste niveau in Frankrijk speelt.