In 1921 werd de Vidovdan-grondwet aangenomen. In de periode 1921-1929 was het land een parlementaire democratie, maar het viel van de ene in de andere politieke crisis.
Op 6 januari 1929 greep koning Alexander de macht en hernoemde het land tot het koninkrijk Joegoslavië. Het werd een persoonlijke dictatuur van de koning.
Tussen 1929 en 1941 was het land opgedeeld in banovina's (provincies).
In 1934 werd de koning tijdens een staatsbezoek aan Frankrijk in Marseille vermoord door een aanhanger van een Macedonische revolutionaire organisatie, in opdracht van de Kroatische Ustasha-beweging. Peter, de zoon van koning Alexander, was nog te jong om hem op te volgen, waarop zijn oom Paul werd aangesteld als prins-regent.