De Katholieke Kerk in Groot-Brittannië maakt deel uit van de wereldwijde Rooms-Katholieke Kerk, onder het leiderschap van de paus en de Curie.
Reeds in de eerste eeuwen na Christus is er van een geordende kerkgemeenschap sprake met een bisschop in Londen. Uit de kernen in het noorden (Lindisfarne, York) en in het zuiden (Salisbury, Canterbury) groeide onder de heilige Augustinus van Canterbury (597-604), een meer nationaal kerkverband. De term "Ecclesia Anglicana" ("Engelse Kerk") komt al in de Magna Carta voor (1215).
Na het schisma in 1534, waarbij Hendrik VIII de Anglicaanse Kerk afscheidde van de Katholieke Kerk, vanwege een conflict met de paus over de ontbinding van zijn eerste huwelijk, werd de kerkelijke hiërarchie in Engeland en Wales hersteld in 1850 (Universalis Ecclesiae), en in Schotland in 1878. In 1982 werden de diplomatieke betrekkingen met het Vaticaan volledig hersteld. Circa 8 % van de bevolking van het Verenigd Koninkrijk is katholiek. Vele katholieken zijn uit Ierland afkomstig. Er zijn in Engeland en Wales vijf aartsbisdommen en vijftien bisdommen; Schotland telt twee aartsbisdommen en zes bisdommen.